Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël, over Moab:
Wee Nebo! Het wordt verwoest. Kirjataïm wordt veroverd en met schande overladen. Misgab staat te schande en is radeloos. Het is met Moabs roem gedaan. In Chesbon wordt over zijn ondergang beslist, ze besluiten Moab uit te roeien tot de laatste man. Ook jij, Madmen, zult worden vernietigd, je gaat door krijgsgeweld ten onder. Vanuit Choronaïm zal gejammer klinken, onheil treft het, alles wordt verwoest. Moab ligt in puin, de kinderen jammeren luid. Klacht op klacht klinkt op de weg omhoog naar Luchit, overal gejammer op de weg omlaag naar Choronaïm. Vlucht, inwoners van Moab! Red het vege lijf! Overleef, zoals een struik in de woestijn! Jullie waanden je veilig met je vestingen en voorraden, daarom wordt het land veroverd. Kemos gaat in ballingschap, zijn priesters en de leiders volgen hem. De vijand plundert alle steden, geen stad ontgaat dat lot. De Jordaanvallei is reddeloos verloren, vernietigd wordt de hoogvlakte – de HEER heeft het gezegd. Bouw ter nagedachtenis een monument, want van Moab blijft niets over. Een wildernis worden de steden, ze worden ontvolkt. Vervloekt is wie de opdracht van de HEER halfslachtig uitvoert, vervloekt is wie Zijn zwaard het bloed ontzegt.
Moab had vanaf zijn jeugd geen zorgen, het was als wijn die op zijn droesem rustte. Nooit werd het van het ene in het andere vat gegoten, nooit ging het in ballingschap. Daarom is zijn smaak zo goed gebleven, is zijn geur zo onbedorven. Maar de dag zal komen – spreekt de HEER – dat Ik wijnmeesters zal sturen die de wijn gaan overgieten, de vaten zullen legen, de kruiken zullen stukslaan. Dan wordt Moab door Kemos teleurgesteld, zoals Israël door Betel werd teleurgesteld, die god waarin het zijn vertrouwen stelde. Mannen uit Moab, hoe durven jullie te beweren:
“Wij zijn eersteklas soldaten, heldhaftig en strijdlustig”? Moab zal zijn verwoesting niet ontlopen. De vijand voert een stormloop op de steden uit, de keurtroepen van Moab worden afgeslacht – spreekt de Koning wiens naam is HEER van de hemelse machten. De ondergang van Moab is nabij, onheil treft het nu zeer snel.