Page 1 of 8
1 2 3 8

Prediker 1:2-11 Lucht en leegte

Hier volgen de woorden van Prediker, zoon van David en koning in Jeruzalem. Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte. Welk voordeel heeft de mens van alles wat hij heeft verworven, al zijn moeizaam gezwoeg onder de Zon? Generaties gaan, generaties komen, maar de aarde blijft altijd bestaan. De Zon komt op, de Zon gaat onder, en altijd snelt ze naar de plaats waar ze weer op zal gaan. De wind waait naar het zuiden, dan draait hij naar het noorden. Hij draait en waait en draait, en al draaiend waait de wind weer terug.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 2:1-12 1

Ik zei tegen mezelf: Kom, laat ik proberen de genoegens van het leven te smaken en te genieten van het goede. Maar ook dat, ontdekte ik, is enkel leegte. Vrolijkheid, zei ik tegen mezelf, is niet meer dan dwaasheid. En waar leidt vreugde toe? Ik heb mezelf ondergedompeld in de vrolijkheid van de wijn, en ik greep die dwaasheid aan om te onderzoeken of ik in mijn wijsheid – want die behield altijd de overhand – kon ontdekken wat een mens het beste doen kan, dat luttel aantal levensdagen dat hij doorbrengt onder de hemel. Ook heb ik grootse dingen ondernomen:

0Shares
Lees meer ...

Prediker 2:13-26 2

Ik nam nog eens in ogenschouw wat wijs is, en wat dwaas en onverstandig is. Wat zou de koning na mij doen met alles wat zijn voorgangers tot stand hebben gebracht? Zeker, ik zag wel in dat wijsheid nuttiger is dan dwaasheid, zoals het licht nuttiger is dan de duisternis. Een wijze ziet tenminste wat hij doet, terwijl een dwaas in het duister tast. Maar ik weet ook dit: beiden treft hetzelfde lot. Wat de dwaas treft, treft ook mij, zei ik tegen mezelf, dus waarvoor ben ik eigenlijk zo uitermate wijs geweest? Ook dat is enkel leegte.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 3:1-15 1 Alles heeft zijn tijd

Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Er is een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen, een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren. Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 3:16-22 2 Onrecht en onderdrukking

Ik heb nog iets onder de Zon gezien: op de plaats waar recht gesproken wordt, heerst onrecht. Ik zag de plaats waar gerechtigheid zou moeten zijn, en er heerst onrecht. Ik zei tegen mezelf: God zal zowel de rechtvaardigen als de goddelozen aan Zijn oordeel onderwerpen, want er is bij Hem voor alles wat gebeurt en voor elke daad een tijd en een plaats.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 4:1-11 1

Ik vestigde mijn aandacht op alle onderdrukking die er is onder de zon en zag de tranen van de onderdrukten. Er is niemand die hen bijstaat. De onderdrukkers onderdrukken hen met harde hand, en er is niemand die hen bijstaat. De doden, meende ik, zijn gelukkiger te prijzen dan de levenden. Zij die al gestorven zijn, zijn beter af dan zij die nog in leven zijn. Maar beter af dan beiden is degene die nog niet geboren is en nog geen weet heeft van het onrecht dat er wordt begaan onder de Zon.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 4:12-17 2

En iemand die alleen is kan zich niet verdedigen wanneer hij aangevallen wordt, maar met zijn tweeën houd je stand. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken. Beter een wijze jongen die van lage afkomst is dan een oude dwaze koning die zijn oren sluit voor goede raad.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 5:1-10 1

Wees niet te haastig met je woorden en doe God niet overijld met heel je hart geloften. Want God is in de hemel en jij bent op aarde, dus moet je spaarzaam met je woorden zijn. Drukte leidt tot dromerij en veel praten tot gebazel. Wanneer je God toch een gelofte doet, los die dan ook spoedig in. God is niet gesteld op dwazen. Los dus je geloften in. Je kunt beter geen gelofte doen dan een gedane gelofte niet inlossen.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 5:11-19 2

Een arbeider slaapt goed, of hij nu veel of weinig te verteren heeft, maar wie zwelgt in rijkdom, kan de slaap niet vatten. Ik heb een trieste zaak onder de Zon gezien die tot veel ellende leidt. Iemand waakt over zijn rijkdom, maar het loopt rampzalig af, want één tegenslag vaagt al die rijkdom weg. De zoon die hij verwekt heeft, blijft met lege handen achter. Naakt is zo iemand uit de moederschoot gekomen, even naakt keert hij terug.

0Shares
Lees meer ...

Prediker 6:1-12

Het is, dat heb ik ingezien, een trieste zaak onder de Zon en voor de mens een zware last: God geeft iemand rijkdom, bezittingen en aanzien; er ontbreekt hem in zijn leven niets van wat hij zich gewenst heeft, maar God staat niet toe dat hij ervan geniet. Dat laat Hij een vreemde doen. Leegte is het, een ellendige en trieste zaak. Zo iemand zou wel honderd kinderen kunnen krijgen en wel jaren kunnen leven, vele jaren lang, maar als zijn dorst naar rijkdom nooit gelest wordt en hem nog niet eens een graf rest, dan – zeg ik – is een doodgeboren kind beter af.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 8
1 2 3 8