De HEER sprak:
‘Als een man van zijn vrouw scheidt en zij bij hem weggaat en de vrouw van een ander wordt, kan hij haar dan terugnemen? Wordt er dan geen smet op het land geworpen? Maar jij hebt met talloze minnaars overspel gepleegd, en je wilt toch weer bij Mij terugkomen? – spreekt de HEER.
Kijk naar de kale heuvels, waar ben je níet beslapen? Je wachtte je minnaars op langs de weg, zoals een rover wacht in de woestijn. Je hebt dit land besmeurd met je overspel, je schandelijk gedrag. Daarom bleven de regens uit, is de lenteregen niet gekomen. Toch hield je de brutale blik van een hoer, je toonde geen enkele schaamte. Maar nú roep je Mij aan. Je zegt “vader” tegen Mij, en zegt:
“U bent de geliefde van mijn jeugd, Uw woede gaat voorbij, niet eeuwig duurt Uw toorn.” Zo spreek je, maar onverdroten ga je voort, je blijft je schanddaden begaan.’
Tijdens de regering van koning Josia zei de HEER tegen mij:
‘Heb je gezien hoe ontrouw Israël Mij geworden is? Ze pleegde overspel op elke hoge berg en onder elke bladerrijke boom. Ik dacht:
Als ze van dat alles genoeg heeft, komt ze wel bij me terug. Maar ze kwam niet terug. Haar afvallige zuster Juda zag dat Ik ontrouw Israël verstoten had en haar een scheidingsbrief gegeven had, juist omdat ze overspel had gepleegd. Maar toch liet afvallig Juda zich daardoor niet afschrikken, ze pleegde zelf ook overspel. En door haar lichtzinnig overspel met goden van steen en hout wierp ze een smet op dit land. Daarna kwam Israëls afvallige zuster Juda wel bij me terug, maar ze was niet oprecht, ze kwam met loze woorden – spreekt de HEER.’ De HEER vervolgde:
‘Ontrouw Israël is nog rechtvaardig in vergelijking met afvallig Juda.
Roep tegen het noorden:
Kom terug, ontrouw Israël – spreekt de HEER -, dan zal Ik Mijn woede laten varen, want Ik ben vol genade, niet eeuwig duurt Mijn toorn – spreekt de HEER. Erken alleen dat je schuldig bent, tegen de HEER, je God, in opstand bent gekomen, dat je overal op zoek ging naar andere goden, onder elke bladerrijke boom, dat je niet naar Mij geluisterd hebt – spreekt de HEER.