Page 1 of 4
1 2 3 4

Romeinen 1:1-15 De brief aan de Romeinen

Van Paulus, dienaar van Christus Jezus, geroepen tot apostel en uitgekozen om het evangelie van God te verkondigen, dat al bij monde van Zijn profeten in de heilige geschriften is beloofd: het evangelie over Zijn Zoon, een mens voortgekomen uit het nageslacht van David, aangewezen als Zoon van God en door de heilige Geest bekleed met macht toen Hij, Jezus Christus, onze Heer, opstond uit de dood. Hij heeft mij de genade geschonken apostel te zijn, opdat ik omwille van Hem aan alle volken gehoorzaamheid en geloof zou verkondigen – ook aan u, die geroepen bent door Jezus Christus.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 1:16-25 God veroordeelt kwaad en onrecht 1

Voor dit evangelie schaam ik mij niet, want het is Gods reddende kracht voor allen die geloven, voor Joden in de eerste plaats, maar ook voor andere volken. In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt, zoals ook geschreven staat: ‘De rechtvaardige zal leven door geloof.’ En vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 1:26-32 God veroordeelt kwaad en onrecht 2

De vrouwen hebben de natuurlijke omgang verruild voor de tegennatuurlijke, en ook de mannen hebben de natuurlijke omgang met vrouwen losgelaten en zijn in hartstocht voor elkaar ontbrand. Mannen plegen ontucht met mannen; zo worden ze ervoor gestraft dat ze van God zijn afgedwaald. Omdat ze het beneden hun waardigheid achtten God te erkennen,

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 2:1-16 God veroordeelt kwaad en onrecht 3

Natuurlijk, u veroordeelt dit alles. Maar u bent evenmin te verontschuldigen. Het oordeel dat u over anderen velt, velt u over uzelf, want de dingen die u veroordeelt doet u zelf ook. Wij weten dat God hen die dergelijke dingen doen terecht veroordeelt. Of denkt u soms dat u, die zelf doet wat u in anderen veroordeelt, de straf van God kunt ontlopen? Veracht u dan Zijn onbegrensde goedheid, geduld en verdraagzaamheid, en weet u niet dat Zijn goedheid u tot inkeer wil brengen? Doordat u zo hardleers bent en niet tot inkeer wilt komen, maakt u dat de straf waartoe God u veroordeelt op de dag dat Hij Zijn rechtvaardig vonnis uitspreekt en uitvoert, alleen maar zwaarder wordt.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 2:17-29 De Joden en de wet 1

En u die uzelf een Jood noemt, op de wet vertrouwt en u op God laat voorstaan; u die Zijn wil kent en zo uitstekend weet waar het op aankomt, omdat u wordt onderwezen door de wet; u die ervan overtuigd bent dat u zelf een leidsman van blinden bent, een licht voor hen die in het duister zijn, een opvoeder van onverstandigen, een leraar van onwetenden, omdat u in de wet de belichaming van de kennis en de waarheid hebt – u die anderen onderwijst, onderwijst u uzelf eigenlijk wel? U zegt dat men niet stelen mag, maar steelt u niet zelf?

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 3:1-20 De Joden en de wet 2

Wat hebben de Joden dan nog voor op anderen? Heeft het enig nut dat men besneden is? Zeer zeker, en in ieder opzicht. In de eerste plaats zijn het de Joden aan wie God Zijn woord heeft toevertrouwd. Maar wat is daarvan de zin? Wanneer sommigen van hen God ontrouw zijn geworden, zal dat dan geen einde maken aan Gods trouw? Natuurlijk niet. Ieder mens is onbetrouwbaar, maar God is betrouwbaar, zoals ook geschreven staat: ‘U blijkt rechtvaardig wanneer U rechtspreekt, U overwint wanneer U vonnist.’ Maar wanneer het onrecht dat wij doen bewijst dat God rechtvaardig is, is het dan niet zo – ik redeneer nu zoals anderen zouden doen – dat God onrechtvaardig is wanneer Hij ons toch nog veroordeelt? Dat in geen geval.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 3:21-31 Rechtvaardig voor God door het geloof in Jezus Christus

Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat Hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door Zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 4:1-13 Abraham 1

Wat moeten wij nu zeggen over onze stamvader Abraham? Indien hij als een rechtvaardige zou zijn aangenomen op grond van zijn daden, dan had hij zich daarop kunnen laten voorstaan. Maar niet tegenover God, want wat zegt de Schrift? ‘Abraham vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ Iemand die zijn loon verdient, krijgt het niet als een gunst maar als een recht. Maar iemand zonder verdienste, die echter vertrouwt op hem die de schuldige vrijspreekt, wordt vanwege zijn vertrouwen rechtvaardig verklaard.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 4:14-25 Abraham 2

Als men op grond van de wet erfgenaam zou zijn, zou het geloof zijn betekenis hebben verloren en de belofte zijn ontkracht. De wet maakt namelijk alleen dat God straft, want zonder wet is er ook geen overtreding. Maar de belofte had alles te maken met vertrouwen omdat ze een gave van God moest zijn, want alleen zo kon ze voor heel het nageslacht blijven gelden. Niet alleen voor wie de wet heeft, maar ook voor wie op God vertrouwt zoals Abraham, die de vader van ons allen is.

0Shares
Lees meer ...

Romeinen 5:1-11 Leven in vrede met God 1

Wij zijn dus als rechtvaardigen aangenomen op grond van ons geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. Dankzij Hem hebben we door het geloof toegang gekregen tot Gods genade, die ons fundament is, en in de hoop te mogen delen in Zijn luister prijzen we ons gelukkig. En dat niet alleen, we prijzen ons zelfs gelukkig onder alle ellende, omdat we weten dat ellende tot volharding leidt, volharding tot betrouwbaarheid, en betrouwbaarheid tot hoop.

0Shares
Lees meer ...
Page 1 of 4
1 2 3 4