Toen richtte de HEER zich tot Jeremia:

‘Dit zegt de HEER, de God van Israël:

Nadat Ik jullie voorouders uit de slavernij in Egypte had bevrijd, sloot Ik een verbond met hen, waarin Ik bepaalde:

“Elk zevende jaar moeten jullie de Hebreeuwse mannen en vrouwen die zich als slaaf aan jullie verkocht hebben, vrijlaten. Zij moeten jullie zes jaar dienen, daarna moeten jullie hun de vrijheid teruggeven.” Maar jullie voorouders luisterden niet naar Mij, ze hebben Mij niet gehoorzaamd. Dat deden jullie aanvankelijk wel. Door een algehele vrijlating af te kondigen hebben jullie gedaan wat goed is in Mijn ogen. Jullie zijn ten overstaan van Mij, in de tempel waaraan Mijn naam verbonden is, die verplichting aangegaan. Maar toen kwamen jullie erop terug. Jullie hebben Mijn naam te schande gemaakt door je slaven en slavinnen terug te halen. Eerst lieten jullie hen gaan en waren ze vrij, maar later onderwierpen jullie hen weer. Daarom – dit zegt de HEER:

Omdat jullie niet naar Mij hebben geluisterd, je volksgenoten niet de vrijheid hebben geschonken, geef Ik het zwaard, de honger en de pest de vrijheid om jullie te treffen. Ik maak jullie tot een afschrikwekkend voorbeeld voor alle koninkrijken op aarde. Ik zal allen die een stierkalf in tweeën hebben gehakt en tussen de stukken door zijn gelopen, maar die toch de regels van Mijn verbond hebben overtreden en zich niet aan de overeenkomst hebben gehouden die ze ten overstaan van Mij hebben gesloten, in het lot van dat kalf laten delen. De leiders van Juda en Jeruzalem, de hovelingen, de priesters en de rest van de bevolking, allen die tussen de stukken door zijn gelopen, lever Ik uit aan hun vijanden, die hun naar het leven staan. Hun lijken zullen ten prooi vallen aan roofvogels en wilde dieren. Ook koning Sedekia van Juda en zijn raadgevers lever Ik uit aan hun vijanden, die hun naar het leven staan. Ik lever hen uit aan het leger van de koning van Babylonië. Dat trekt nu van jullie weg, maar op Mijn bevel – spreekt de HEER – zal het naar deze stad terugkeren en haar weer belegeren, haar innemen en in vlammen doen opgaan. Ik maak de steden van Juda tot een woestenij waar niemand meer kan wonen.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Jeremia 28:1-9 De profeet Jeremia tegenover de pro...
Jeremia 33:12-21 Belofte van herstel 2
Jeremia 6:21-30 De ondergang van Juda is nabij 3
Jeremia 50:21-32 Profetie over Babylonië 3
Jeremia 52:23-34 De verwoesting van Jeruzalem 3
Jeremia 17:15-27 2
Jeremia 27:12-22 Het juk van Babylonië 2
Jeremia 41:10-18 2
Jeremia 33:22-26 Belofte van herstel 3
Jeremia 15:1-10 1
Jeremia 7:23-34 Straf voor Juda's godsdienstige pr...
Jeremia 30:1-12 Hoop voor Israël en Juda 1
Jeremia 36:13-25 Jeremia's boekrol voorgelezen en ...
Jeremia 9:12-25 Oproep om een klaaglied te zingen ...
Jeremia 51:41-54 4
Jeremia 19:9-15 De stukgeslagen kruik 2
Jeremia 6:1-10 De ondergang van Juda is nabij 1
Jeremia 49:26-39 Profetie over Kedar en de stammen...
Jeremia 49:13-25 Profetie over Edom 2
Jeremia 10:12-25 Volg andere volken niet na 2
Jeremia 4:1-10 1
Jeremia 16:11-21 Jeremia's levenslot als voorbeeld...
Jeremia 8:13-23 2
Jeremia 51:27-40 3
Jeremia 36:1-12 Jeremia's boekrol voorgelezen en v...
Jeremia 10:1-11 Volg andere volken niet na 1
Jeremia 2:13-24 Ontrouw van Israël en Juda 2
Jeremia 50:1-10 Profetie over Babylonië 1
Jeremia 6:11-20 De ondergang van Juda is nabij 2
Jeremia 19:1-8 De stukgeslagen kruik 1
Jeremia 52:1-11 De verwoesting van Jeruzalem 1
Jeremia 25:27-38 Profetieën over de volken 3
Jeremia 23:27-40 3
Jeremia 12:1-10 1
Jeremia 38:19-28 3
Jeremia 26:13-24 Jeremia om zijn profetie aangekla...
Jeremia 40:9-16 2
Jeremia 32:13-25 De akker in Anatot 2
Jeremia 5:12-21 Onrecht en dwaasheid in Juda 2
Jeremia 18:13-23 Bij de pottenbakker 2
Jeremia 7:1-11 Straf voor Juda's godsdienstige pra...
Jeremia 21:10-14 Verzoek van koning Sedekia 2
Jeremia 32:1-12 De akker in Anatot 1
Jeremia 48:17:32 Profetie over Moab 2
Jeremia 29:22-32 Jeremia's brief aan de ballingen ...
Jeremia 48:33-47 Profetie over Moab 3
Jeremia 20:10-18 2
Jeremia 32:26-35 De akker in Anatot 3
Jeremia 26:1-12 Jeremia om zijn profetie aangeklaa...
Jeremia 40:1-8 1
Jeremia 38:11-18 2
Jeremia 45:1-5 Baruchs leven gespaard
Jeremia 11:1-11 Het verbond verbroken 1
Jeremia 46:16-28 Profetie over Egypte 2
Jeremia 7:12-22 Straf voor Juda's godsdienstige pr...
Jeremia 31:29-40 3
Jeremia 2:25-37 Ontrouw van Israël en Juda 3
Jeremia 22:21-30 3
Jeremia 52:12-22 De verwoesting van Jeruzalem 2
Jeremia 4:11-20 2
Jeremia 20:1-9 1
Jeremia 1:1-10 1
Jeremia 22:11-20 2
Jeremia 4:21-31 3
Jeremia 12:11-17 2
Jeremia 9:1-11 Oproep om een klaaglied te zingen 1
Jeremia 29:14-21 Jeremia's brief aan de ballingen ...
Jeremia 51:55-64 5
Jeremia 50:11-20 Profetie over Babylonië 2
Jeremia 44:11-21 De Judeeërs in Egypte door onheil...
0Shares