Obadja 1:1-11 1

De profetie van Obadja. De HEER heeft een bode gestuurd naar alle volken; ook wij hebben zijn boodschap gehoord: ‘Kom, laten we ten strijde trekken tegen Edom!’ Dit is wat God, de HEER, over dat volk zegt: Ik maak van jou een onbeduidend volk, veracht door iedereen. Door je hoogmoed heb je je laten verleiden: hoog woon je, hoog in de rotskloven, daar heb je je huis gebouwd, en je denkt: Wie haalt mij naar beneden? Maar al vlieg je zo hoog als een adelaar, al bouw je je nest in de sterren,

0Shares
Lees meer ...

Obadja 1:12-21 2

Die dag had je je niet mogen verlustigen in de rampspoed die je broeder trof, je had je niet mogen verheugen over de ondergang van het volk van Juda, en op die dag van angst had je hen niet mogen bespotten. Die dag had je de poorten van de stad niet binnen mogen gaan, je had je op die dag van onheil niet mogen verlustigen in het kwaad dat Mijn volk werd aangedaan, en op die dag van ongeluk had je je niet mogen vergrijpen aan hun bezittingen. Op die dag van angst had je de mensen die vluchtten de weg niet mogen versperren om ze te doden, en hen die ontkomen waren niet mogen uitleveren.

0Shares
Lees meer ...