Daarom – dit zegt de HEER:
Ik leg voor dit volk een struikelblok neer, waarover het ten val komt. Zowel vaders als zonen komen om, zowel buren als vrienden.
Dit zegt de HEER:
Er komt een volk uit het noorden, een grote overmacht. Ze komen van de einden der aarde, worden aangevuurd tot de strijd. Ze houden boog en zwaard gereed, wreed zijn ze, meedogenloos. Hun krijgsrumoer klinkt als een bulderende zee, ze komen op paarden aangestormd. Hun leger staat in slagorde, als één man gereed voor de strijd. Het richt zich, vrouwe Sion, tegen jou!’ ‘Wij horen van hun komst, onze handen beginnen te trillen. Angst en paniek overweldigen ons, zoals weeën een barende vrouw. Waag je niet buiten de stad, ga niet op reis, want daar heerst het zwaard van de vijand, het zaait overal paniek!’ ‘Hul je in het zwart, Mijn volk, wentel je in het stof. Rouw als om een enig kind, klaag met bitter rouwbeklag. De verwoester overvalt je, onverhoeds.
Ik maak jou tot een keurmeester, je toetst de handelwijze van Mijn volk. Zij allen zijn rebels en opstandig, kwaadsprekers, waardeloos koper en ijzer, zij allen zijn door en door slecht. Het vuur verschroeit zelfs de blaasbalg, maar het lood levert geen zilver. Vergeefs zuivert de smelter, het goede en het slechte worden niet gescheiden. Verworpen zilver worden ze genoemd, want ze zijn verworpen door de HEER.’