Dit zei de HEER:
‘Koop een aarden kruik en ga met enkele oudsten van het volk en van de priesters de stad uit. Ga naar het Hinnomdal bij de Schervenpoort en verkondig daar wat Ik je zeg:
Luister naar de woorden van de HEER, koningen van Juda en inwoners van Jeruzalem. Dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël:
Ik zal zulk onheil over deze stad brengen dat de oren van wie ervan hoort zullen tuiten. Want ze hebben Mij verlaten, ze hebben deze plaats geschonden en er wierook gebrand ter ere van andere goden, die zij, hun voorouders en de koningen van Juda nooit hebben gekend. Ze hebben deze plaats doen druipen van onschuldig bloed en er offerplaatsen gebouwd. Dat heb Ik nooit geboden, nooit gezegd en nooit gewild. Daarom, de dag zal komen – spreekt de HEER – dat deze plaats niet meer Tofet of Hinnomdal wordt genoemd, maar Moorddal. Daar breek Ik de plannen van Juda en Jeruzalem stuk, Ik laat hen ombrengen door hun vijanden, door allen die hun naar het leven staan. Ik maak van deze stad een voorwerp van spot en ontzetting. Ieder die er komt zal huiveren om het onheil dat haar getroffen heeft, ieder zal de adem in de keel stokken.