De HEER zegt:
Laten we zien wie er in zijn recht staat. Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol. Als je weer naar Mij wilt luisteren, zal het beste van het land je ten deel vallen.
Als je koppig bent en niet wilt luisteren, zul je vallen door het zwaard. De HEER heeft gesproken.
Ach, de trouwe stad is een hoer geworden. Waar eens recht heerste en gerechtigheid woonde, daar huizen nu moordenaars. Je zilver is zwart en dof geworden, je wijn versneden met water. Je vorsten zijn schurken, ze houden het met dieven, ze denken alleen aan geschenken en steekpenningen. Wezen bieden ze geen bescherming, het lot van weduwen laat hen koud. Daarom – zo spreekt de HEER van de hemelse machten, de sterke God van Israël:
Wee hun, Ik zal me wreken op Mijn tegenstanders, Mijn woede koelen op Mijn vijanden. Ik zal Mij tegen je keren, je zilver zuiver Ik met loog, al je vuil verwijder Ik. Ik breng je rechters en raadgevers tot inkeer, het zal weer worden als voorheen. Dan zul je deze naam dragen:
‘Stad van gerechtigheid’, ‘Stad van trouw’.
Sion zal verlost worden door recht en wie zich bekeert door gerechtigheid. Maar opstandige zondaars worden gebroken, wie de HEER verlaat, gaat ten onder. Dan zal men schande spreken van de terebinten die jullie zo vurig vereerden, men zal zich schamen voor de tuinen waar jullie hart naar uitging. Jullie worden als een terebint waarvan het blad verwelkt, als een tuin zonder water. Verworven schatten worden tot kaf en wie ze vergaarde tot een vonk; Samen zullen ze branden en niemand dooft het vuur.