Dit zijn de visioenen die Jesaja, de zoon van Amos, over Juda en Jeruzalem gezien heeft, toen Uzzia, Jotam, Achaz en Hizkia in Juda regeerden.
Hoor toe, hemel, geef gehoor, aarde, de HEER heeft gesproken:
Ik heb Mijn kinderen opgevoed en grootgebracht, maar ze zijn tegen Mij in opstand gekomen. Een rund herkent zijn meester, een ezel kent zijn voederbak, maar Israël mist elk inzicht, Mijn volk leeft in onwetendheid.
Wee dit ontrouwe volk, vol ongerechtigheid, volk van zondaars, verdorven geslacht. Zij hebben de HEER verlaten, de Heilige van Israël versmaad, Hem de rug toegekeerd. Ben je niet genoeg geslagen, verzet je je nog altijd? Heel je hoofd doet pijn, heel je hart is ziek. Van voetzool tot kruin, niets is ongeschonden:
een en al wonden en builen en striemen, niet verbonden, niet verzorgd, niet met olie verzacht. Je land is verwoest, je steden zijn verbrand. Vreemden stropen onder je ogen de akkers af, vreemdelingen maken alles tot een woestenij. Wat rest er nog van Sion? Het is als een hut in een wijngaard, een schuilkeet in een komkommerveld, een stad in het nauw. Had de HEER van de hemelse machten ons niet een laatste rest gelaten, het zou ons zijn vergaan als Sodom en Gomorra.
Hoor de woorden van de HEER, leiders van Sodom, geef gehoor aan het onderricht van onze God, volk van Gomorra. Wat moet Ik met al jullie offers? zegt de HEER. Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste kalveren; het bloed van stieren, rammen en bokken wil Ik niet meer. En wanneer jullie voor Mij verschijnen – wie heeft je gevraagd Mijn voorhoven plat te lopen? Houd op met die zinloze offergaven. Ik heb een afschuw van jullie wierook; jullie feesten, nieuwemaan en sabbat, Ik duld ze niet naast al dat wangedrag. Van jullie nieuwemaan, van ál jullie feesten heb Ik een afkeer, ze hinderen Mij, Ik kan ze niet langer verdragen. Wanneer jullie je handen opheffen, wend Ik Mijn ogen af, ook als je aanhoudend bidt, luister Ik niet. Aan jullie handen kleeft bloed! Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Vermijd alle kwaad en leer goed te doen. Zoek het recht, houd tirannen in toom, bied wezen bescherming, sta weduwen bij.