De HEER zei tegen mij:
‘Neem een groot schrijftablet en noteer daarop in leesbaar schrift:
haastige roof, spoedige buit.’ Als betrouwbare getuigen koos ik de priester Uria en Zecharja, de zoon van Jeberechjahu. Ik had gemeenschap met de profetes; zij werd zwanger en baarde een zoon. De HEER zei tegen mij:
‘Geef hem de naam “Haastige roof, spoedige buit”. Want nog voordat de jongen vader en moeder kan zeggen, zullen de rijkdommen van Damascus en de schatten van Samaria door de koning van Assyrië worden buitgemaakt.’
De HEER zei verder nog tegen mij:
‘Omdat dit volk geen vertrouwen meer heeft in het kabbelende water van Siloach en zijn geluk zoekt bij Resin en de zoon van Remaljahu, zal de Heer de koning van Assyrië en zijn geweldige legermacht over hen uitstorten als de grote watermassa’s van de Eufraat:
ze zullen buiten hun oevers treden en over alles heen stromen. Ze zullen Juda binnendringen en het overspoelen, zodat het water ieder tot de lippen stijgt. Ze zullen je land over de volle breedte overvleugelen, Immanuël.’
Roep op tot de strijd, volken, beef van angst. Luister, volken van de verste hoeken van de aarde. Gord je wapens aan en beef van angst, ja, gord je wapens aan en beef van angst. Smeed een plan – het zal verijdeld worden; sluit een verbond – het zal nergens toe leiden. Want God is met ons.