Grijp in, HEER! Niemand is nog trouw, geen mens spreekt nog waarheid. Ze beliegen elkaar allemaal, vals en verraderlijk is hun woord.
HEER, snijd hun valse tongen af, snoer de monden vol grootspraak die zeggen:
‘Met onze tong zijn we sterk, onze mond helpt ons, wie kan ons aan?’
Zwakken en armen zuchten onder het geweld – ‘Om hen sta Ik op,’ zegt de HEER, ‘Ik breng de redding die zij verlangen.’ De woorden van de HEER zijn zuiver als zilver, gesmolten in de smeltkuil, gelouterd tot zevenmaal toe.
Behoed hen, HEER, bescherm hen steeds tegen dat volk. Overal sluipen verraders rond en onder de mensen verbreidt zich het kwaad.