Vergeten ben ik als een dode, weg uit het hart, afgedankt als gebroken aardewerk. Ik hoor de mensen over mij fluisteren, van alle kanten dreigt gevaar. Ze steken de hoofden bijeen en smeden plannen om mij te doden.
Maar ik vertrouw op U, HEER, ik zeg:
U bent mijn God, in Uw hand liggen mijn lot en mijn leven, bevrijd mij uit de greep van mijn vijanden en vervolgers. Laat het licht van Uw gelaat over mij schijnen, toon Uw trouw en red Uw dienaar.
HEER, U roep ik aan, maak mij niet te schande, laat de goddelozen te schande staan en verstommen in het dodenrijk. Zwijgen moeten de leugenaars, die hoogmoedig en vol verachting rechtvaardige mensen beschuldigen.
Hoe groot is het geluk dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U, heel de wereld zal het zien.
U verbergt hen in de beschutting van Uw gelaat voor de lagen en listen van mensen, Uw tent biedt hun een schuilplaats voor de laster van kwade tongen.
Geprezen zij de HEER om Zijn trouw, Hij heeft een wonder voor mij verricht, Hij ontzette mij als een belegerde stad. In mijn angst had ik gezegd:
‘Ik ben verbannen uit Uw ogen,’ maar U hebt mijn smeekbede gehoord toen ik U om hulp riep.
Getrouwen van de HEER, heb Hem lief. De HEER behoedt de standvastigen, voorgoed rekent Hij af met de hoogmoedigen. Allen die uw hoop vestigt op de HEER:
wees sterk en houd moed.