Toen Hij op sabbat naar het huis van een vooraanstaande Farizeeër ging, waar Hij voor een maaltijd was uitgenodigd, hielden ze Hem in het oog. Er was daar iemand met waterzucht. Jezus vroeg aan de wetgeleerden en de Farizeeën:
‘Is het toegestaan hem op sabbat te genezen of niet?’ Maar ze zwegen. Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. En tegen de Farizeeën en wetgeleerden zei Hij:
‘Als uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook al is het sabbat?’ En daarop hadden ze geen antwoord. Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want Hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen:
‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, en dan moet uw gastheer tegen u zeggen:
“Sta uw plaats aan hem af.” Dan zult u beschaamd de minste plaats moeten innemen. Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen:
“Kom toch dichterbij!” Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aan tafel aanligt. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’