Erger je niet aan slechte mensen, wees niet jaloers op wie kwaad doen, zij verdorren snel als gras, zij verwelken als het jonge groen.
Vertrouw op de HEER en doe het goede, bewoon het land en leef er veilig. Zoek je geluk bij de HEER, Hij zal geven wat je hart verlangt.
Leg je leven in de handen van de HEER, vertrouw op Hem, Hij zal dit voor je doen:
het recht zal dagen als het morgenlicht, de gerechtigheid stralen als de middagzon.
Blijf kalm en wacht op de HEER, erger je niet aan wie slaagt in het leven, aan wie met listen te werk gaat.
Wind je niet op, laat je woede varen, erger je niet, dat brengt maar onheil. Slechte mensen worden verdelgd, wie hopen op de HEER, zullen het land bezitten.
Nog even, en verdwenen is de zondaar, je kijkt waar hij is, maar vindt hem niet. Wie nederig zijn, zullen het land bezitten en gelukkig leven in overvloed en vrede.
De zondaar belaagt de rechtvaardige met een grijns op zijn gezicht. Maar de Heer lacht hem uit en ziet de dag al van zijn ondergang.
Zondaars trekken hun zwaard en spannen hun boog, om zwakken en armen te doden, om af te slachten wie eerlijk hun weg gaan. Maar het zwaard dringt in hun eigen hart en hun bogen worden gebroken.
Beter het weinige dat een rechtvaardige heeft dan de rijkdom van talloze zondaars. De macht van de zondaars wordt gebroken, maar de HEER zal de rechtvaardigen steunen.
De HEER trekt zich het lot van onschuldigen aan, hun bezit blijft voor eeuwig behouden. Zij worden niet teleurgesteld in kwade dagen, in tijden van hongersnood hebben zij te eten.
De zondaars zullen ten onder gaan, de vijanden van de HEER verdwijnen als bloemen in het veld, verdwijnen als rook.