Als de HEER het huis niet bouwt, vergeefs zwoegen de bouwers; als de HEER de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde.
Vergeefs is het dat je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood – Hij geeft het Zijn lieveling in de slaap.
Kinderen zijn een geschenk van de HEER, de vrucht van de schoot is een beloning van God. Als pijlen in de hand van een schutter, zo zijn kinderen, verwekt in je jeugd.
Gelukkig de man wiens koker is gevuld met pijlen zoals zij. Hij staat niet te schande als hij zijn vijanden aanklaagt in de poort.