die Zijn volk leidde, in de woestijn – eeuwig duurt Zijn trouw – die geduchte koningen versloeg – eeuwig duurt Zijn trouw – en machtige koningen doodde – eeuwig duurt Zijn trouw –
Sichon, koning der Amorieten – eeuwig duurt Zijn trouw – en Og, de koning van Basan – eeuwig duurt Zijn trouw –
en hun land weggaf, als bezit – eeuwig duurt Zijn trouw – als bezit aan Israël, Zijn dienaar – eeuwig duurt Zijn trouw –
die in onze rampspoed aan ons heeft gedacht – eeuwig duurt Zijn trouw – en ons ontrukte aan onze belagers – eeuwig duurt Zijn trouw –
Hij geeft brood aan alles wat leeft – eeuwig duurt Zijn trouw – loof de God van de hemel – eeuwig duurt Zijn trouw!