Aan het eind van die dag, toen het avond was geworden, zei Hij tegen hen:

‘Laten we het meer oversteken.’ Ze stuurden de menigte weg en namen Hem mee in de boot waarin Hij al zat, en voeren samen met de andere boten het meer op. Er stak een hevige storm op en de golven beukten tegen de boot, zodat die vol water kwam te staan. Maar Hij lag achter in de boot op een kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden:

‘Meester, kan het U niet schelen dat we vergaan?’ Toen Hij wakker geworden was, sprak Hij de wind bestraffend toe en zei tegen het meer:

‘Zwijg! Wees stil!’ De wind ging liggen en het meer kwam helemaal tot rust. Hij zei tegen hen:

‘Waarom hebben jullie zo weinig moed? Geloven jullie nog steeds niet?’ Ze werden bevangen door grote schrik en zeiden tegen elkaar:

‘Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het meer Hem gehoorzamen?’

Ze kwamen aan de overkant van het meer, in het gebied van de Gerasenen. Toen Hij uit de boot gestapt was, kwam Hem meteen vanuit de grafspelonken een man tegemoet die door een onreine geest bezeten was en in de spelonken woonde. Zelfs als hij vastgebonden was met een ketting kon niemand hem in bedwang houden. Hij was al dikwijls aan handen en voeten geketend geweest, maar dan trok hij de kettingen los en sloeg hij de boeien stuk, en niemand was sterk genoeg om hem te bedwingen. En altijd, dag en nacht, liep hij schreeuwend tussen de rotsgraven en door de bergen en sloeg hij zichzelf met stenen. Toen hij Jezus in de verte zag, rende hij op Hem af en viel voor Hem neer, en luid schreeuwend zei hij:

‘Wat heb ik met jou te maken, Jezus, Zoon van de allerhoogste God? Ik bezweer je bij God:

doe me geen pijn!’ Want Hij had tegen hem gezegd:

‘Onreine geest, ga weg uit die man.’ Jezus vroeg hem:

‘Wat is je naam?’ En hij antwoordde:

‘Legioen is mijn naam, want we zijn met velen.’ Hij smeekte Hem dringend om hen niet uit deze streek te verjagen. Nu liep er op de berghelling een grote kudde varkens te grazen. De onreine geesten smeekten Hem:

‘Stuur ons naar die varkens, dan kunnen we bij ze intrekken.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Matteüs 26:46-56 In Getsemane 2
Lucas 8:49-56 Genezing en dodenopwekking 2
Johannes 13:12-30 Jezus wast de voeten van de leer...
Matteüs 13:18-23 Gelijkenissen over het koninkrijk...
Johannes 16:29-33 - 17:1-8 De haat van de wereld 4
Marcus 4:1-17 Gelijkenissen over het koninkrijk va...
Marcus 1:16-20 Simon, Andreas, Jakobus en Johannes...
Marcus 4:18-34 Gelijkenissen over het koninkrijk v...
Johannes 19:17-30 Jezus gekruisigd en begraven 1
Matteüs 12:33-37 Confrontatie met Farizeeën en sch...
Lucas 19:1-10 Optreden in Jericho 2
Lucas 24:36-53 Verschijningen en hemelvaart 3
Marcus 6:7-13 Uitzending van de twaalf leerlingen
Marcus 16:1-8 Het lege graf
Johannes 2:1-12 Bruiloft in Kana
Lucas 9:1-9 Uitzending van de twaalf 1
Lucas 18:9-17 De erfgenamen van het koninkrijk van...
Matteüs 27:45-56 Kruisiging 2
Johannes 7:1-13 Jezus op het Loofhuttenfeest 1
Johannes 10:11-21 De goede Herder 2
Matteüs 5:33-48 De Bergrede 3
Lucas 6:36-42 Onderricht aan de leerlingen 3
Matteüs 14:13-21 Overvloed aan brood, gebrek aan g...
Lucas 15:11-24 De zorg om wat verloren is 2
Marcus 9:14-24 Geloof en ongeloof 1
Lucas 22:54-65 Jezus gevangengenomen en verloochen...
Johannes 5:19-30 Jezus en de Vader 1
Johannes 3:14-21 Gesprek met Nikodemus 2
Marcus 15:1-15 Jezus voor Pilatus
Lucas 23:26-43 Kruisiging en graflegging 1
Matteüs 18:21-24 Onderricht aan Petrus en de leerl...
Johannes 16:17-28 De haat van de wereld 3
Lucas 14:1-11 Een feestmaal op sabbat 1
Matteüs 27:15-26 Jezus voor Pilatus 2
Matteüs 12:43-50 Confrontatie met Farizeeën en sch...
Johannes 12:37-50 Ongeloof
Johannes 11:55-57-12:1-11 Maria zalft Jezus
Marcus 14:12-21 Het pesachmaal 1
Marcus 7:24-37 Naar Tyrus, Sidon en Dekapolis
Johannes 18:25-40 Jezus gevangengenomen en verhoor...
Lucas 8:22-29 Naar de overkant van het meer 1
Lucas 2:41-52 De twaalfjarige Jezus in de tempel
Matteüs 15:10-20 Rein en onrein 2
Lucas 11:29-36 Toespraak tot de menigte 2
Marcus 12:1-12 Confrontatie met hogepriesters, sch...
Johannes 6:1-15 Het teken van het brood 1
Lucas 23:8-12 Het verhoor 2
Lucas 7:18-23 Jezus en Johannes 1
Marcus 14:53-62 Jezus verhoord en verloochend 1
Marcus 1:1-15 Het evangelie volgens Marcus
Matteüs 19:16-22 Binnengaan in het koninkrijk van ...
Lucas 5:27-39 Jezus bij Levi
Lucas 11:37-44 Confrontatie met Farizeeën en schri...
Matteüs 13:31-33 Gelijkenissen over het koninkrijk...
Johannes 12:20-36 Jezus spreekt over Zijn dood
Lucas 9:51-62 Op weg naar Jeruzalem
Lucas 19:20-28 De gelijkenis van de koning en de d...
Lucas 23:44-56 Kruisiging en graflegging 2
Matteüs 21:14-17 Intocht in Jeruzalem 2
Johannes 12:12-19 Intocht in Jeruzalem
Johannes 13:1-11 Jezus wast de voeten van de leerl...
Marcus 14:63-72 Jezus verhoord en verloochend 2
Marcus 10:46-52 Op weg naar Jeruzalem 2
Lucas 6:1-11 Jezus en de sabbat
Johannes 17:9-26 De haat van de wereld 5
Matteüs 13:53-58 Gelijkenissen over het koninkrijk...
Lucas 13:1-9 Onderricht aan de leerlingen en de me...
Matteüs 9:1-13 Terug naar Kafarnaüm 1
Lucas 20:20-26 Jezus in de tempel belaagd 3
Matteüs 19:13-15 Leven met het oog op het koninkri...
0Shares