Marcus 2:13-22 Jezus’ gezag betwist 2

Jezus vertrok en ging weer naar het meer. Een grote mensenmenigte kwam naar Hem toe, en Hij onderwees hen. Toen Hij langs het meer liep, zag Hij Levi, de zoon van Alfeüs, bij het tolhuis zitten, en Hij zei tegen hem: ‘Volg Mij.’ Levi stond op en volgde Hem. Op een keer was Hij bij Levi thuis uitgenodigd voor een maaltijd, samen met Zijn leerlingen en een groot aantal tollenaars en zondaars, want velen van hen volgden Hem.

0Shares
Lees meer ...

Marcus 2:23-28-3:1-6 Jezus’ gezag betwist 3

Eens liep Hij op een sabbat tussen de korenvelden door. Zijn leerlingen gingen de velden in en begonnen aren te plukken. ‘Kijk eens!’ zeiden de Farizeeën tegen Hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ Maar Hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? Hij ging het huis van God binnen–Abjatar was toen hogepriester–en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.’ En Hij voegde eraan toe: ‘De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; en dus is de Mensenzoon ook Heer en Meester over de sabbat.’

0Shares
Lees meer ...

Marcus 3:7-19 Jezus, de menigte en Zijn leerlingen

Jezus week met Zijn leerlingen uit naar het meer, en een grote menigte uit Galilea volgde Hem. Ook uit Judea en Jeruzalem, uit Idumea en het gebied aan de overkant van de Jordaan en uit de omgeving van Tyrus en Sidon kwamen veel mensen naar Hem toe, omdat ze hadden gehoord wat Hij allemaal deed. Hij zei tegen Zijn leerlingen dat ze een boot voor Hem gereed moesten houden, om te voorkomen dat Hij door de menigte onder de voet zou worden gelopen. Allerlei zieken verdrongen zich om Hem aan te raken, want Hij had al veel mensen genezen.

0Shares
Lees meer ...