Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou Ik graag willen dat het al brandde! Ik moet een doop ondergaan, en Ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is. Denken jullie dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Geenszins, zeg Ik jullie, Ik kom verdeeldheid brengen. Vanaf heden zullen vijf in één huis verdeeld zijn:
drie tegen twee en twee tegen drie. De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader, de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.’
Tegen de menigte zei Hij:
‘Wanneer jullie een wolk zien opkomen in het westen, zeggen jullie meteen dat er regen op komst is, en dat is ook zo. En wanneer jullie merken dat de wind uit het zuiden komt, zeggen jullie dat er hitte op komst is, en dat is ook zo. Huichelaars! De aanblik van de aarde en de hemel kunnen jullie duiden, hoe kan het dan dat jullie deze tijd niet kunnen duiden? Waarom bepalen jullie niet uit jezelf wat juist is? Als je met je tegenstander op weg bent naar een hoge autoriteit, doe dan moeite om nog onderweg tot een vergelijk met hem te komen, anders sleept hij je voor de rechter, en de rechter zal je uitleveren aan de gerechtsdienaar, en die zal je in de gevangenis gooien. Ik zeg je, dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt.’