Daarna ging Hij naar buiten en zag Hij bij het tolhuis een tollenaar zitten die Levi heette. Hij zei tegen hem:
‘Volg Mij!’ Levi stond op, liet alles achter en volgde Hem. Hij richtte in zijn huis een groot feestmaal voor Hem aan, waarop een groot aantal tollenaars en anderen samen met Jezus aanwezig waren. De Farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen Zijn leerlingen:
‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ Maar Jezus antwoordde:
‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar wie ziek is wel; Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen.’
Ze zeiden tegen Hem:
‘De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de Farizeeën doen, maar die van U eten en drinken maar.’ Jezus zei:
‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is? Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.’ Hij vertelde hun ook een gelijkenis:
‘Niemand scheurt een lap van een nieuwe mantel om daarmee een oude mantel te verstellen, want dan scheurt hij de nieuwe, terwijl de lap niet bij de oude past. En niemand giet jonge wijn in oude leren zakken, want dan scheuren de zakken door de jonge wijn en wordt de wijn verspild, terwijl de zakken verloren gaan. Jonge wijn moet in nieuwe zakken worden gedaan. Maar niemand die oude wijn gedronken heeft, wil jonge; hij zegt immers:
“De oude wijn is goed!”‘