Daarop zei een wetgeleerde tegen Hem:
‘Meester, door die dingen te zeggen beledigt U ook ons.’ Maar Jezus zei:
‘Wee ook jullie, wetgeleerden! Want jullie leggen de mensen ondraaglijke lasten op, maar raken die zelf met geen vinger aan. Wee jullie, want jullie bouwen graftomben voor de profeten, terwijl jullie voorouders hen hebben gedood. Jullie zijn getuigen die instemmen met de daden van jullie voorouders, want zij hebben hen gedood en jullie bouwen de tomben! Daarom heeft God in Zijn wijsheid gezegd:
“Ik zal profeten en apostelen naar hen zenden, maar ze zullen sommigen van hen doden en anderen vervolgen.” Voor het bloed van al de profeten dat sinds de grondvesting van de wereld vergoten is, zal van deze generatie genoegdoening worden geëist, van het bloed van Abel tot het bloed van Zecharja, die omkwam tussen het brandofferaltaar en het heiligdom. Ja, Ik zeg jullie, van deze generatie zal genoegdoening worden geëist! Wee jullie wetgeleerden, want jullie hebben de sleutel tot de kennis weggenomen; zelf zijn jullie niet binnengegaan, en anderen die wel binnen wilden gaan hebben jullie tegengehouden.’ Toen Hij het huis verliet, waren de schriftgeleerden en de Farizeeën uitzinnig van woede; ze begonnen Hem over van alles uit te vragen, in een arglistige poging om Hem te betrappen op een ongeoorloofde uitspraak.