Als een van je broeders of zusters tegen je zondigt, moet je die daarover onder vier ogen aanspreken. Als ze luisteren, dan heb je ze voor de gemeente behouden. Luisteren ze niet, neem dan een of twee anderen mee, zodat de zaak zijn beslag krijgt dankzij de verklaring van ten minste twee getuigen. Als ze naar hen niet luisteren, leg het dan voor aan de gemeente. Weigeren ze ook naar de gemeente te luisteren, behandel hen dan zoals je een heiden of een tollenaar behandelt. Ik verzeker jullie:
al wat jullie op aarde bindend verklaren zal ook in de hemel bindend zijn, en al wat jullie op aarde ontbinden zal ook in de hemel ontbonden zijn. Ik verzeker het jullie nogmaals:
als twee van jullie hier op aarde eensgezind om iets vragen, wat het ook is, dan zal Mijn Vader in de hemel het voor hen laten gebeuren. Want waar twee of drie mensen in Mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.’