Toen Jezus zag dat er een grote groep mensen toestroomde, sprak Hij de onreine geest op strenge toon toe en zei:
‘Geest die doof en stom maakt, Ik gebied je:
ga uit hem weg en keer niet meer in hem terug.’ Onder geschreeuw en met hevige stuiptrekkingen ging hij uit hem weg; de jongen bleef voor dood achter, zodat de mensen zeiden dat hij was gestorven. Maar Jezus pakte hem bij de hand om hem overeind te helpen en hij stond op. Hij ging een huis in, en toen ze weer alleen waren, vroegen Zijn leerlingen Hem:
‘Waarom konden wij die geest niet uitdrijven?’ Hij antwoordde:
‘Dit soort kan alleen door gebed worden uitgedreven.’