HEER, hoe talrijk zijn mijn belagers, velen vallen mij aan, velen zeggen van mij:
‘God zal hem niet redden.’
U, HEER, bent een schild om mij heen, U bent mijn eer, U houdt mij staande. Roep ik tot de HEER om hulp, Hij antwoordt mij vanaf Zijn heilige berg.
Ik ga liggen, val in slaap en word wakker – de HEER beschermt mij. Ik vrees de tienduizenden niet die mij aan alle kanten omringen.
Sta op, HEER, en red mij, God, sla mijn vijanden in het gezicht, breek de tanden van de wettelozen. Bij U, HEER, is redding, Uw zegen rust op Uw volk.