Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar Hem toe, en Hij genas hen. De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen Hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. Ze gingen Hem vragen:
‘Hoort U wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun:
‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen:
“Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt U zich een loflied laten zingen”?’ Zo liet Hij hen staan, en Hij ging de stad uit, naar Betanië, waar Hij de nacht doorbracht.