Johannes kreeg van zijn leerlingen bericht over al deze gebeurtenissen. Hij riep twee van zijn leerlingen bij zich en stuurde hen naar de Heer, aan wie ze moesten vragen:
‘Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?’ Toen de mannen bij Hem gekomen waren, zeiden ze:
‘Johannes de Doper heeft ons naar U gezonden om U te vragen:
“Bent U degene die komen zou of moeten we een ander verwachten?”‘ Hij genas toen juist veel mensen van ziekten en allerlei aandoeningen en van boze geesten en Hij gaf tal van blinden het gezichtsvermogen terug. Hij antwoordde:
‘Zeg tegen Johannes wat jullie gezien en gehoord hebben:
blinden kunnen weer zien, verlamden weer lopen, mensen met huidvraat worden gereinigd en doven kunnen weer horen, doden worden opgewekt, aan armen wordt het goede nieuws bekendgemaakt. Gelukkig is degene die aan Mij geen aanstoot neemt.’