De leerlingen waren vergeten genoeg brood mee te nemen; ze hadden maar één brood bij zich in de boot. Hij waarschuwde hen:
‘Pas op, hoed je voor de zuurdesem van de Farizeeën en voor de zuurdesem van Herodes.’ Ze hadden het er met elkaar over dat ze geen brood hadden. Toen Hij dit merkte, zei Hij:
‘Waarom praten jullie erover dat je geen brood hebt? Begrijpen jullie het dan nog niet, en ontbreekt het jullie aan inzicht? Zijn jullie dan zo hardleers? Jullie hebben ogen, maar zien niet? Jullie hebben oren, maar horen niet? Weten jullie dan niet meer hoeveel manden vol stukken brood jullie hebben opgehaald toen Ik vijf broden brak voor vijfduizend mensen?’ ‘Twaalf, ‘antwoordden ze. ‘En toen Ik zeven broden brak voor vierduizend mensen, hoeveel manden vol stukken brood hebben jullie toen opgehaald?’ ‘Zeven, ‘antwoordden ze. Toen zei Hij:
‘Begrijpen jullie het dan nog niet?’