Onze voorouders hadden in de woestijn de verbondstent bij zich, gemaakt in opdracht van de engel die met Mozes sprak, naar het ontwerp dat Mozes had gezien. Onze voorouders hadden deze tent bij zich toen ze onder leiding van Jozua het land veroverden van de volken die God voor hen verdreef; dit duurde tot in de tijd van David. David werd door God begunstigd en vroeg om een heiligdom voor het volk van Jakob. Maar het was Salomo die voor God een tempel bouwde. Toch woont de Allerhoogste niet in een huis dat door mensenhanden is gemaakt, zoals de profeet zegt:
“De hemel is Mijn troon, de aarde Mijn voetenbank. Hoe zouden jullie dan een huis voor Mij kunnen bouwen – zegt de Heer -, een plaats waar Ik kan rusten? Heb Ik dit alles niet met eigen handen gemaakt?” Halsstarrige ongelovigen, u wilt niet luisteren en verzet u steeds weer tegen de heilige Geest, zoals uw voorouders ook al deden. Wie van de profeten hebben uw voorouders niet vervolgd? Degenen die de komst van de Rechtvaardige aankondigden hebben ze gedood, en zelf hebt u nu de Rechtvaardige verraden en vermoord, u die de wet ontvangen hebt door tussenkomst van de engelen, maar er niet naar hebt geleefd.’