Johannes 12:20-36 Jezus spreekt over Zijn dood

Nu was er ook een aantal Grieken naar het feest gekomen om God te aanbidden. Zij gingen naar Filippus uit Betsaïda in Galilea, en vroegen hem of ze Jezus konden ontmoeten. Filippus ging dat tegen Andreas zeggen en samen gingen ze naar Jezus. Jezus zei: ‘De tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven. Waarachtig, Ik verzeker u: als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft draagt hij veel vrucht. Wie zijn leven liefheeft verliest het, maar wie in deze wereld zijn leven haat, behoudt het voor het eeuwige leven. Wie Mij dient moet Mij volgen: waar Ik ben zal ook Mijn dienaar zijn,

0Shares
Lees meer ...

Johannes 12:37-50 Ongeloof

Ondanks de wondertekenen die Hij voor hun ogen gedaan had, geloofden ze niet in Hem. Zo gingen de woorden van de profeet Jesaja in vervulling, die zei: ‘Heer, wie heeft onze boodschap geloofd? Aan wie is de macht van de Heer geopenbaard?’ Ze konden niet tot geloof komen, want Jesaja heeft ook gezegd: ‘Hij heeft hun ogen verblind en hun hart gesloten, anders zouden zij met hun ogen zien en met hun hart begrijpen, zij zouden zich omkeren en Ik zou hen genezen.’ Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij Zijn majesteit zag.

0Shares
Lees meer ...

Johannes 13:1-11 Jezus wast de voeten van de leerlingen 1

Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat Zijn tijd gekomen was en dat Hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die Hem in de wereld toebehoorden lief, en Zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en Zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader Hem alle macht had gegeven,

0Shares
Lees meer ...