Toen zeiden de leerlingen:
‘Ja, nu spreekt U rechtstreeks en niet in beelden. Nu begrijpen we dat U alles weet en dat niemand U iets hoeft te vragen, nu geloven we dat U van God bent gekomen.’ Jezus vroeg:
‘Nu geloven jullie? Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengedreven worden, dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben niet alleen, want de Vader is bij Mij. Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed:
Ik heb de wereld overwonnen.’ Zo sprak Hij. Daarna sloeg Jezus Zijn ogen op naar de hemel en zei:
‘Vader, nu is de tijd gekomen, toon nu de grootheid van Uw Zoon, dan zal de Zoon Uw grootheid tonen. Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken. Het eeuwige leven, dat is dat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus. Ik heb op aarde Uw grootheid getoond door het werk te volbrengen dat U Mij opgedragen hebt. Vader, verhef Mij nu tot Uw majesteit, tot de grootheid die Ik bij U had voordat de wereld bestond.
Ik heb aan de mensen die U Mij uit de wereld gegeven hebt Uw naam bekendgemaakt. Zij waren van U, maar U hebt hen aan Mij gegeven. Ze hebben Uw woord bewaard, en nu begrijpen ze dat alles wat U Mij hebt gegeven, van U komt. Ik heb de woorden die Ik van U ontvangen heb aan hen doorgegeven, zij hebben ze aanvaard en nu weten ze echt dat Ik van U gekomen ben, en ze geloven dat U Mij hebt gezonden.