Jezus keerde, gesterkt door de Geest, terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf onderricht in de synagogen en werd door allen geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens Zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
‘De Geest van de Heer rust op Mij, want Hij heeft Mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij Mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om een genadejaar van de Heer uit te roepen.’