Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam. Ze legden het kruis op Zijn rug en lieten het Hem achter Jezus aan dragen. Een grote volksmenigte volgde Jezus, evenals enkele vrouwen die zich op de borst sloegen en over Hem weeklaagden. Jezus keerde zich echter naar hen om en zei:

‘Dochters van Jeruzalem, huil niet om Mij. Huil liever om jezelf en je kinderen, want weet, de tijd zal aanbreken dat men zal zeggen:

“Gelukkig wie onvruchtbaar is, gelukkig de moederschoot die niet gebaard heeft en de borst die geen kind heeft gezoogd.” Dan zullen de mensen tegen de bergen zeggen:

“Val op ons neer!” en tegen de heuvels:

“Bedek ons!” Want als dit gebeurt met het jonge hout, wat zal het verdorde hout dan niet te wachten staan?’ Samen met Jezus werden nog twee anderen, beiden misdadigers, weggeleid om terechtgesteld te worden. Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd Hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van Hem, de ander links. Jezus zei:

‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.’ De soldaten verdeelden Zijn kleren onder elkaar door erom te dobbelen. Het volk stond toe te kijken. De leiders hoonden Hem en zeiden:

‘Anderen heeft Hij gered; laat Hij nu zichzelf redden als Hij de Messias van God is, Zijn uitverkorene!’ Ook de soldaten dreven de spot met Hem, ze gingen voor Hem staan en boden Hem zure wijn aan, terwijl ze zeiden:

‘Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan!’ Boven Hem was een opschrift aangebracht:

‘Dit is de koning van de Joden’. Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen Hem:

‘Jij bent toch de Messias? Red jezelf dan en ons erbij!’ Maar de ander wees Hem terecht met de woorden:

‘Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? Wij hebben onze straf verdiend en worden beloond naar onze daden. Maar die man heeft niets onwettigs gedaan.’ En hij zei:

‘Jezus, denk aan mij wanneer U in Uw koninkrijk komt.’ Jezus antwoordde:

‘Ik verzeker je:

nog vandaag zul je met Mij in het paradijs zijn.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Lucas 3:10-22 Optreden van Johannes 2

Matteüs 8:23-34 Naar de overkant van het meer

Johannes 14:15-31 Jezus gaat naar de Vader 3

Matteüs 13:31-33 Gelijkenissen over het koninkrijk...

Matteüs 21:33-44 Onderricht aan hogepriesters, oud...

Johannes 10:1-10 De goede Herder 1

Lucas 13:1-9 Onderricht aan de leerlingen en de me...

Johannes 6:16-29 Het teken van het brood 2

Matteüs 20:1-16 Binnengaan in het koninkrijk van d...

Matteüs 19:16-22 Binnengaan in het koninkrijk van ...

Matteüs 16:1-12 De zuurdesem van de Farizeeën en d...

Marcus 11:12-25 De vijgenboom en de tempel

Johannes 2:23-25-3:1-13 Gesprek met Nikodemus 1

Matteüs 27:57-66 Het graf

Lucas 6:17-23 Onderricht aan de leerlingen 1

Johannes 1:19-34 Getuigenissen 1

Marcus 16:9-20 Na de opstanding

Matteüs 21:14-17 Intocht in Jeruzalem 2

Lucas 16:1-13 Rijkdom en gerechtigheid 1

Marcus 14:22-31 Het pesachmaal 2

Marcus 14:12-21 Het pesachmaal 1

Johannes 6:60-71 Het teken van het brood 5

Matteüs 10:18-23 Uitzending van de twaalf 3

Marcus 15:33-39 Kruisiging 2

Matteüs 13:44-52 Gelijkenissen over het koninkrijk...

Marcus 13:24-37 De komst van de Mensenzoon 3

Matteüs 12:38-42 Confrontatie met Farizeeën en sch...

Lucas 9:51-62 Op weg naar Jeruzalem

Johannes 7:25-36 Jezus op het Loofhuttenfeest 3

Marcus 14:53-62 Jezus verhoord en verloochend 1

Johannes 6:1-15 Het teken van het brood 1

Johannes 9:13-23 Genezing van een blinde 2

Matteüs 10:5-17 Uitzending van de twaalf 2

Matteüs 18:8-14 Onderricht aan Petrus en de leerli...

Matteüs 21:23-32 Onderricht aan hogepriesters, oud...

Lucas 11:14-28 Toespraak tot de menigte 1

Lucas 12:13-21 Onderricht aan de leerlingen en de ...

Lucas 19:29-40 Intocht in Jeruzalem 1

Matteüs 26:36-45 In Getsemane 1

Matteüs 26:17-30 Het pesachmaal 1

Lucas 4:20-30 Optreden van Jezus in Nazaret 2

Marcus 8:27-33 Wie is Jezus? 1

Marcus 7:24-37 Naar Tyrus, Sidon en Dekapolis

Lucas 19:20-28 De gelijkenis van de koning en de d...

Lucas 21:5-19 De komst van de Mensenzoon 1

Lucas 17:1-10 Oproep aan de leerlingen

Lucas 15:25-32 De zorg om wat verloren is 3

Matteüs 11:2-6 Jezus en Johannes 1

Marcus 11:27-33 Confrontatie met hogepriesters, sc...

Matteüs 17:24-27 Onderricht aan Petrus en de leerl...

Lucas 9:37-50 Onderricht aan de leerlingen 3

Lucas 22:39-53 Jezus gevangengenomen en verloochen...

Johannes 19:17-30 Jezus gekruisigd en begraven 1

Lucas 13:22-35 Verder naar Jeruzalem

Matteüs 24:15-31 De komst van de Mensenzoon 2

Johannes 7:14-24 Jezus op het Loofhuttenfeest 2

Matteüs 23:15-28 Wee de schriftgeleerden en de Far...

Lucas 22:54-65 Jezus gevangengenomen en verloochen...

Matteüs 28:16-20 Uitzending van de leerlingen

Marcus 3:20-35 Jezus, de schriftgeleerden en Zijn ...

Matteüs 11:22-24 Jezus en Johannes 5

Marcus 1:16-20 Simon, Andreas, Jakobus en Johannes...

Johannes 1:35-51 Getuigenissen 2

Marcus 1:35-45 Een nieuwe leer met gezag 2

Lucas 22:66-71-23:1-7 Het verhoor 1

Lucas 17:11-19 In het grensgebied van Samaria

Matteüs 26:57-68 Jezus verhoord en verloochend 1

Johannes 3:14-21 Gesprek met Nikodemus 2

Johannes 15:1-17 De wijnstok en de ranken

Lucas 5:12-16 Genezing van huidvraat

0Shares