Ik haal de witgepleisterde muren omver, ze zullen instorten en hun fundamenten zullen bloot komen te liggen. De stad zal in puin vallen en jullie zullen omkomen. Jullie zullen weten dat Ik de HEER ben. Ik zal Mijn woede koelen op de muren en op de witkalkers, Ik zeg jullie dat de muren zullen verdwijnen samen met hen die ze hebben bepleisterd:

de profeten van Israël met hun profetieën over Jeruzalem, die visioenen hadden van vrede terwijl het geen vrede zou blijven – zo spreekt God, de HEER.”

Mensenkind, richt je nu op de vrouwen van het volk die op eigen gezag profeteren, en klaag hen aan. Zeg:

“Dit zegt God, de HEER:

Wee de vrouwen die toverbanden naaien voor alle polsen en handen, die sluiers maken die passen op ieders hoofd, om zo de zielen van de mensen te vangen! Jullie willen Mijn volk in je netten vangen en zelf in leven blijven? Jullie hebben Mijn volk van Mij vervreemd voor een handvol gerst en wat hompen brood. Jullie laten mensen sterven die niet moeten sterven, en houden mensen in leven die niet in leven mogen blijven. Jullie hebben Mijn volk voorgelogen en het heeft naar je leugens geluisterd. Daarom – zegt God, de HEER – verscheur Ik de banden waarmee jullie de mensen als vogels vangen; Ik scheur ze van je armen af en laat de mensen vrij die in je netten verstrikt zijn geraakt. Ik verscheur de sluiers en Ik ontruk Mijn volk aan jullie macht. Jullie zullen geen greep meer op hen hebben en jullie zullen weten dat Ik de HEER ben. Jullie jagen met je leugens onschuldige mensen angst aan terwijl Ik tegen hen geen kwaad in de zin heb, en jullie moedigen schuldige mensen aan en verhinderen dat zij tot inkeer komen en zo hun leven redden. Daarom zullen jullie geen bedrieglijke visioenen meer hebben en geen voorspellingen meer doen. Ik zal Mijn volk aan jullie greep ontrukken, en dan zullen jullie weten dat Ik de HEER ben.”’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 16:52-63 Jeruzalems ontrouw 5
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 32:25-32 3
0Shares