Daniël 4:15-24 2

Dit is de droom die ik, koning Nebukadnessar, heb gehad. En u, Beltesassar, moet hem voor mij duiden, want geen van de wijzen uit mijn koninkrijk heeft hem kunnen uitleggen. U kunt het, omdat de geest van de heilige goden in u woont.’ Daniël, die ook Beltesassar wordt genoemd, stond een ogenblik verbijsterd, in verwarring gebracht door zijn gedachten. De koning sprak hem toe: ‘Beltesassar, laten de droom en zijn betekenis u niet in verwarring brengen.’ Beltesassar antwoordde: ‘Mijn heer, moge de droom uw vijanden gelden en zijn betekenis uw tegenstanders. De boom die u hebt gezien, die groter en sterker werd, waarvan de kruin tot aan de hemel reikte en de kroon de hele aarde overspande,

0Shares
Lees meer ...

Daniël 4:25-34 3

Dit alles overkwam koning Nebukadnessar. Twaalf maanden later, toen de koning op het dak van het koninklijk paleis van Babel liep te wandelen, zei hij: ‘Is Babel niet indrukwekkend, de koningsstad die ik door mijn grote macht heb gebouwd tot eer van mijn majesteit?’ De koning had deze woorden nog niet gesproken, of er klonk een stem uit de hemel: ‘Dit wordt u aangekondigd, koning Nebukadnessar: Het koningschap is u ontnomen. U wordt verstoten door de mensen; u zult leven onder de dieren van het veld en u zult gras eten als de runderen. Zo zullen zeven jaren voorbijgaan, totdat u erkent dat de hoogste God boven het koningschap van de mensen staat en dat Hij bepaalt aan wie Hij het verleent.’

0Shares
Lees meer ...

Daniël 5:1-10 Het feestmaal van Belsassar 1

Op zekere dag richtte koning Belsassar voor zijn duizend machthebbers een groot feestmaal aan, en in gezelschap van deze machthebbers dronk hij wijn. Beneveld door de wijn gaf Belsassar opdracht de gouden en zilveren bekers te voorschijn te halen die zijn vader Nebukadnessar uit de tempel van Jeruzalem had meegenomen, opdat de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen daaruit konden drinken. Men haalde de gouden bekers die uit de tempel van Jeruzalem, het huis van God, waren meegenomen en de koning en zijn machthebbers, zijn hoofdvrouwen en bijvrouwen dronken eruit.

0Shares
Lees meer ...

Daniël 5:11-20 Het feestmaal van Belsassar 2

Er is een man in uw koninkrijk in wie de geest van de heilige goden woont. In de dagen van uw vader bewees hij al evenveel verstand, inzicht en wijsheid te bezitten als de goden. Koning Nebukadnessar, uw vader, heeft hem benoemd tot hoofd van de magiërs, bezweerders, Chaldeeën en waarzeggers – uw vader, majesteit! Deze Daniël, die door de koning Beltesassar werd genoemd, beschikt over een buitengewone begaafdheid, en over kennis en verstand, waardoor hij dromen kan uitleggen, raadsels kan oplossen en knopen ontwarren. Ontbied daarom Daniël, hij zal u vertellen wat er staat.’

0Shares
Lees meer ...

Daniël 5:21-30 Het feestmaal van Belsassar 3

Hij werd door de mensen verstoten, hij kreeg het hart van een dier en hij leefde onder de wilde ezels. Hij at gras als de runderen en zijn lichaam werd vochtig van de dauw van de hemel, totdat hij erkende dat God, de Hoogste, boven het koningschap van de mensen staat en dat Hij alleen bepaalt aan wie Hij dat verleent. En hoewel u dit alles wist, bent u, zijn zoon Belsassar, niet nederig gebleven. U bent tegen de heer van de hemel opgestaan. U hebt de bekers laten halen die uit Zijn tempel afkomstig zijn,

0Shares
Lees meer ...

Daniël 6:1-10 Daniël in de leeuwenkuil 1

Darius de Mediër verkreeg het koningschap; hij was toen tweeënzestig jaar. Darius ging ertoe over honderdtwintig satrapen over het gehele koninkrijk aan te stellen. Boven hen stelde hij drie rijksbestuurders aan, van wie Daniël er een was; aan hen moesten de satrapen rekenschap afleggen, opdat de koning geen schade zou lijden. Daniël nu onderscheidde zich van de rijksbestuurders en satrapen door zijn buitengewone begaafdheid. De koning overwoog zelfs hem over het hele koninkrijk aan te stellen.

0Shares
Lees meer ...

Daniël 6:11-20 Daniël in de leeuwenkuil 2

Toen Daniël hoorde van het besluit dat op schrift gesteld was, ging hij naar zijn huis. In zijn bovenvertrek had hij in de richting van Jeruzalem open vensters. Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem, precies zoals driemaal per dag zijn gewoonte was. Maar toen drongen de mannen zijn huis binnen en troffen Daniël aan terwijl hij tot zijn God bad en hem prees. Ze gingen onmiddellijk naar de koning en wezen hem op het koninklijk besluit: ‘Hebt u geen verbod op schrift laten stellen dat ieder mens die de komende dertig dagen een verzoek tot een god of een mens richt in plaats van tot u, majesteit, in de leeuwenkuil zal worden geworpen?’ De koning antwoordde:

0Shares
Lees meer ...

Daniël 6:21-29 Daniël in de leeuwenkuil 3

Zodra hij in de buurt van de kuil kwam, riep hij Daniël met bedroefde stem toe: ‘Daniël, dienaar van de levende God, heeft uw God, die u zo vasthoudend dient, u van de leeuwen kunnen redden?’ En Daniël zei tegen de koning: ‘Majesteit, leef in eeuwigheid! Mijn God heeft Zijn engel gezonden en de leeuwenmuilen gesloten. Ze hebben mij geen kwaad gedaan, omdat Hij mij onschuldig acht; maar ook u, majesteit, heb ik niets misdaan.’ De koning was bijzonder verheugd en hij beval Daniël uit de kuil te halen.

0Shares
Lees meer ...

Daniël 7:1-10 Het visioen van de vier dieren 1

In het eerste jaar van koning Belsassar van Babylonië had Daniël een droom, beelden kwamen in hem op tijdens zijn slaap. Hij schreef die droom op en zijn verslag begon aldus: ‘Ik had een nachtelijk visioen waarin ik zag hoe de vier winden van de hemel de grote zee in beroering brachten. Vier grote dieren rezen op uit de zee, elk met een andere gestalte. Het eerste dier leek op een leeuw, maar dan met adelaarsvleugels. Ik zag hoe zijn vleugels werden uitgerukt, hoe het dier werd opgetild, op twee voeten overeind werd gezet als een mens en ook het hart van een mens kreeg. Toen verscheen er een tweede dier;

0Shares
Lees meer ...

Daniël 7:11-20 Het visioen van de vier dieren 2

Ik zag hoe het dier werd gedood vanwege de grootspraak van de horen, ik zag hoe zijn lichaam werd vernietigd en aan de vlammen werd prijsgegeven. De andere dieren werd wel hun macht ontnomen, maar hun werd nog enige tijd van leven gegund. In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken,

0Shares
Lees meer ...