Een aantal van de oudsten van Israël kwam bij me, en toen ze tegenover mij hadden plaatsgenomen richtte de HEER zich tot mij:

‘Mensenkind, deze mannen koesteren hun afgoden en hebben niets anders voor ogen dan de zonde die hen ten val brengt. Moet Ik me dan door hen laten raadplegen? Zeg tegen hen:

“Dit zegt God, de HEER:

Elke Israëliet die bij een profeet komt en intussen zijn afgoden koestert en niets anders voor ogen heeft dan de zonde die hem ten val brengt, zal Ik het antwoord geven dat hij met zijn afgoderij verdient. Ik zal het volk van Israël laten voelen dat het zich met al zijn afgoderij van Mij heeft afgewend.” Zeg daarom tegen het volk van Israël:

“Dit zegt God, de HEER:

Kom terug bij Mij, keer je afgoden de rug toe en houd op met je gruwelijk gedrag! Alle Israëlieten en ook de vreemdelingen die in Israël leven, ieder die zich van Mij heeft afgewend, ieder die zijn afgoden koestert, die niets anders voor ogen heeft dan de zonde die hem ten val brengt en dan toch naar een profeet gaat om Mij te raadplegen, die zal Ik, de HEER, zelf antwoorden. Ik zal me tegen hem keren en hem tot een afschrikwekkend voorbeeld maken, Ik zal hem uit Mijn volk verwijderen, en jullie zullen beseffen dat Ik de HEER ben. Als de profeet zich tot een antwoord laat verleiden zal dat zijn omdat Ik, de HEER, hem daartoe heb verleid. Ik zal hem straffen en hem vernietigen; hij zal geen deel meer uitmaken van Mijn volk Israël. De profeet is even schuldig als wie hem raadpleegt; beiden zullen hun straf niet ontlopen. Dan zal het volk van Israël zich niet meer van Mij afkeren, en ze zullen niet meer onrein worden door hun wandaden. Dan zullen zij Mijn volk zijn en Ik zal hun God zijn – zo spreekt God, de HEER.”’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 46:12-24 2
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 41:1-12 1
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
0Shares