Jullie dringen alle zwakke dieren met je flank en schouder weg, jullie stoten ze met je horens om ze te verjagen, en daarom zal Ik Mijn schapen te hulp komen; ze zullen niet langer worden weggeroofd. Ik zal rechtspreken tussen de schapen.

Ik zal een andere herder over ze aanstellen, een die ze wél zal weiden:

David, Mijn dienaar. Hij zal ze weiden, hij zal hun herder zijn. Ik, de HEER, zal hun God zijn, en Mijn dienaar David hun vorst. Ik, de HEER, heb gesproken. Ik zal een vredesverbond met ze sluiten, Ik zal het land vrij van wilde dieren maken, zodat ze zelfs in de woestijn veilig kunnen wonen en in de bossen onbezorgd kunnen slapen. Ik zal Mijn schapen en het land rondom Mijn heuvel zegenen, en Ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft. De bomen zullen vrucht dragen, de akkers zullen een goede opbrengst geven en zij zullen veilig leven in hun land. Ze zullen beseffen dat Ik de HEER ben wanneer Ik het juk breek waaronder ze gebukt gaan, en ze uit handen van hun onderdrukkers red. Ze zullen niet meer door andere volken worden geplunderd en niet meer worden verslonden door de wilde dieren, ze zullen veilig wonen en niemand zal ze nog opschrikken. Ik zal akkers voor ze aanleggen die geroemd zullen worden, in het hele land zal niemand meer van honger omkomen en ze zullen niet langer door andere volken worden vernederd. Ze zullen beseffen dat Ik, de HEER, hun God, bij hen ben en dat zij, het volk van Israël, Mijn volk zijn – spreekt God, de HEER. Jullie zijn Mijn schapen, de schapen die Ik weid; jullie zijn mensen en Ik ben jullie God – zo spreekt God, de HEER.”’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 39:15-29 2
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
0Shares