Hij vroeg me:

‘Heb je gezien, mensenkind, wat de oudsten van het volk van Israël doen, daar in het duister, in die zaal vol afbeeldingen? De HEER ziet ons niet, denken ze, de HEER heeft het land verlaten.’

‘Ik zal je nog meer van hun gruwelijke daden laten zien,’ zei Hij, en Hij bracht me naar de ingang van de noordelijke poort van de tempel van de HEER. Daar zaten vrouwen die rouwden om de god Tammuz. ‘Heb je het gezien, mensenkind?’ vroeg Hij mij. ‘En nog gruwelijker dingen zal Ik je laten zien!’

Hij bracht me naar de binnenhof van de tempel van de HEER. Bij de ingang, tussen de voorhal en het altaar, stonden ongeveer vijfentwintig mannen. Ze stonden met hun rug naar de tempel, met hun gezicht naar het oosten, en ze bogen zich in aanbidding neer voor de zon. ‘Heb je het gezien, mensenkind?’ vroeg Hij mij. ‘En al deze afgodendienst waaraan het volk van Juda zich overgeeft is blijkbaar nog niet genoeg:

ze vullen het land met geweld, ze beledigen Mij steeds opnieuw, zie hoe schaamteloos ze Mij bespotten! Ik zal Mijn woede op hen koelen:

Ik zal geen medelijden tonen, Ik zal geen medelijden kennen, en al roepen ze nog zo hard om Mij, Ik zal niet naar hen luisteren.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 10:13-22 2
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 10:1-12 1
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 39:15-29 2
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
0Shares