Jezus nam opnieuw het woord. Hij zei:
‘Ik ben het Licht voor de wereld. Wie Mij volgt loopt nooit meer in de duisternis, maar heeft licht dat leven geeft.’ De Farizeeën wierpen tegen:
‘Uw getuigenis is niet betrouwbaar, want U getuigt over Uzelf.’ Maar Jezus ging verder:
‘Ook al getuig Ik over Mezelf, toch is Mijn getuigenis betrouwbaar, omdat Ik weet waar Ik vandaan gekomen ben en waar Ik naartoe ga. Maar u weet niet waar Ik vandaan kom of waar Ik naartoe ga. U oordeelt met menselijke maatstaven, maar Ik oordeel over niemand. En wanneer Ik toch een oordeel vel, is Mijn oordeel betrouwbaar, omdat Ik niet alleen ben, maar samen met de Vader die Mij gezonden heeft. In uw wet staat geschreven dat het getuigenis van twee mensen betrouwbaar is. Wel, Ik getuig over Mezelf, en de Vader die Mij gezonden heeft, getuigt over Mij.’ Toen vroegen ze:
‘Waar is Uw vader dan?’ ‘U kent noch Mij, noch Mijn Vader, ‘antwoordde Jezus. ‘Als u Mij zou kennen zou u Mijn Vader ook kennen.’ Dit zei Hij in de schatkamer van de tempel, waar Hij onderricht gaf. Niemand greep Hem, want Zijn tijd was nog niet gekomen.