De HEER richtte zich tot mij:
‘Zing, mensenkind, een klaaglied over Tyrus. Zeg tegen Tyrus, de stad die met haar havens de toegang tot de zee beheerst, de stad die handeldrijft met verre volken en landen overzee:
“Dit zegt God, de HEER:
Jij, Tyrus, noemde je schoonheid volmaakt. Je land lag in het hart van de zee, in volmaakte schoonheid was je gebouwd. Van Senircipressen waren je boorden, een Libanonceder was je mast. Van eiken uit Basan waren je riemen, je dek was van ivoor, ingelegd in dennenhout van de eilanden waar de Kittiërs wonen. Van bont Egyptisch linnen waren de zeilen waaraan je van verre te herkennen was, het blauwpurper en roodpurper van Alasia’s kusten werd de stof van je dekkleden.
De vorsten van Sidon en Arwad waren je roeiers, jouw wijzen, Tyrus, hielden het roer, de oudsten en wijzen van Gebal voeren als timmerlui mee. Alle schepen van de zee kwamen langszij, hun zeelui dreven handel met je.
Soldaten uit Perzië, Lydië en Libië vochten voor je, hun schilden en helmen hingen ze aan je muren – zo zetten ze je luister bij. Arwadieten en Chelechieten bewaakten je muren, Gammadieten hielden op je torens de wacht, hun pijlkokers hingen ze overal aan je muren – zo werd je schoonheid volmaakt.
Tarsis handelde met je vanwege je vele rijkdommen; het betaalde je goederen met zilver en ijzer, met tin en lood. De kooplieden van Griekenland, Tubal en Mesech gaven je voor je handelswaar slaven en bronzen voorwerpen. Bet-Togarma leverde werkpaarden, rijpaarden en muildieren voor je goederen. Ook met de kooplieden uit Rhodos en vele andere eilanden dreef je handel; ze betaalden je met ivoor en ebbenhout. Edom dreef handel met je voor allerlei producten; het betaalde je goederen met granaatstenen, met roodpurperen en bonte wol, met fijn linnen, koraal en robijnen. De kooplieden van Juda en Israël gaven voor je handelswaar rijst, fijn meel, honing, olijfolie en balsem. Damascus handelde met je vanwege je vele rijkdommen, het kocht allerlei producten; het betaalde je goederen – bewerkt ijzer, kaneel, kalmoes en andere handelswaar – met wijn uit Chelbon en wol uit Sachar en met kruiken wijn uit Izalla.