Ook heb je me bedrogen met de Assyriërs, maar je was onverzadigbaar:
al je overspel was nog niet genoeg. Je ging naar de Chaldeeën, die handelaars, maar ook die konden je niet bevredigen. Wat liet je je meeslepen door je hartstocht – spreekt God, de HEER – toen je al deze dingen deed:
het was het werk van een hoer die zich van niemand iets aantrekt! Je bouwde op elk kruispunt een verhoging, je installeerde je op elk plein, maar anders dan een hoer nam je geen beloning aan. Je pleegde overspel en ontving vreemde mannen, terwijl je getrouwd was. En waar hoeren geschenken krijgen, gaf jij zelf geschenken aan al je minnaars:
je beloonde ze omdat je wilde dat ze van alle kanten naar je toe zouden komen, zodat jij overspel met hen kon plegen. Je gedroeg je heel anders dan andere vrouwen:
je was een hoer, maar niemand hoefde achter je aan te gaan, jij werd niet betaald, maar je betaalde zelf! Het was de omgekeerde wereld.
Luister daarom, hoer, naar de woorden van de HEER! Dit zegt God, de HEER:
Omdat je naakt was en nat van begeerte toen je Mij met je minnaars bedroog, en omdat je voor je gruwelijke afgoden het bloed van je kinderen hebt vergoten, zal Ik je naakt tentoonstellen voor de ogen van alle minnaars aan wie je je gegeven hebt, de minnaars die je hebt liefgehad en de minnaars die je hebt gehaat. Ik zal ze overal vandaan halen; ze zullen je in al je naaktheid zien. Ik zal je vonnissen volgens het recht dat geldt voor moordenaressen en overspelige vrouwen, en Ik zal je in Mijn woede en jaloezie een bloedige afstraffing geven. Ik zal je aan je minnaars uitleveren, en die zullen alle verhogingen waarop jij je geïnstalleerd had afbreken, ze zullen jou je kleren uittrekken en je je prachtige sieraden afnemen, ze zullen je naakt achterlaten. Dan zullen ze een mensenmassa op je afsturen die je zal stenigen en met zwaarden op je in zal hakken.