Jij moet je vernedering nu dragen, omdat de zonden van je zusters bij jouw daden verbleken; je hebt je zo veel gruwelijker misdragen dan zij dat het wel lijkt of zij onschuldig zijn. Schaam je en onderga nu je vernedering, want door jou lijken je zusters haast rechtvaardig.

Toch zal Ik hun lot ten goede keren, het lot van Sodom en haar dochters en dat van Samaria en haar dochters, en ook jouw lot zal Ik ten goede keren, net als dat van hen. Je zult vernederd worden en je schamen voor alles wat je gedaan hebt, en zij zullen daar troost uit putten. En als je zusters Sodom en Samaria met al hun dochters in ere zijn hersteld, zullen ook jij en je dochters in ere worden hersteld. Was jij het niet die in je hoogmoed steeds kwaad sprak over je zuster Sodom? Toen waren jouw wandaden nog niet aan het licht gekomen, zoals nu. Nu word je gehoond door de vrouwen van Aram en de aangrenzende landen, en door de Filistijnse vrouwen die om je heen wonen en op je neerkijken. Nu zul je moeten boeten voor je schandelijk en gruwelijk gedrag – spreekt de HEER.

Dit zegt God, de HEER:

Door je niet te houden aan ons verbond heb je je eed gebroken, en daarom zal Ik je behandelen zoals je verdient. Toch zal Ik aan dat verbond blijven denken, het verbond dat Ik met je gesloten heb in de dagen dat je nog jong was. Daarom zal Ik nu een verbond met je sluiten dat eeuwig zal duren. Als je grote en je kleine zusters weer bij je komen, zul je over je gedrag nadenken en je ervoor schamen. Je zult ze van Mij als dochters krijgen, al maken zij van het verbond geen deel uit. Als Ik Mijn verbond met jou heb gesloten, zul je beseffen dat Ik de HEER ben en overdenken wat je gedaan hebt; je zult je schamen, en zwijgen omdat je vernederd bent – maar Ik vergeef je alles wat je hebt gedaan. Zo spreekt God, de HEER.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2

Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4

Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1

Ezechiël 31:12-18 2

Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1

Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4

Ezechiël 41:1-12 1

Ezechiël 46:12-24 2

Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1

Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok

Ezechiël 11:1-13 1

Ezechiël 31:1-11 1

Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2

Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2

Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1

Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...

Ezechiël 14:1-11 1

Ezechiël 46:1-11 1

Ezechiël 10:13-22 2

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...

Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3

Ezechiël 13:1-13 1

Ezechiël 32:25-32 3

Ezechiël 28:1-15 1

Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1

Ezechiël 36:1-12 1

Ezechiël 48:1-12 1

Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2

Ezechiël 4:1-10 1

Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2

Ezechiël 39:1-14 1

Ezechiël 36:13-25 2

Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1

Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1

Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...

Ezechiël 5:1-9 1

Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1

Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 41:13-26 2

Ezechiël 5:10-17 2

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2

Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2

Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2

Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2

Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3

Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...

Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2

Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2

Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2

Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...

Ezechiël 9:1-11 1

Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1

Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 27:1-19 1

Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1

Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 3:1-17 1

Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...

Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...

Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...

Ezechiël 39:15-29 2

Ezechiël 30:1-14 1

Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1

Ezechiël 32:16-24 2

Ezechiël 4:11-17 2

Ezechiël 3:18-27 2

Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...

Ezechiël 36:26-38 3

Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1

0Shares