De HEER richtte zich tot mij:

‘Door een plotselinge slag zal Ik het liefste wat je hebt van je wegnemen. Je mag daar niet om rouwen of treuren, en je tranen niet laten vloeien. Klaag in stilte, rouw niet om de dode. Wikkel een tulband om en doe je sandalen aan; bedek je baard niet en eet niet van het brood dat de mensen je brengen.’

Die ochtend sprak ik nog tegen het volk, en ’s avonds stierf mijn vrouw. De volgende morgen deed ik wat mij was opgedragen.

Het volk vroeg mij:

‘Wilt u ons uitleggen waarom u zich zo gedraagt, en wat dat voor ons betekent?’ Ik antwoordde:

‘De HEER heeft zich tot mij gericht. Hij droeg me op tegen het volk van Israël te zeggen:

“Dit zegt God, de HEER:

Ik ga Mijn heiligdom ontwijden, de plaats waaraan jullie je trots en kracht ontlenen, jullie liefste bezit, de plaats waarnaar jullie hart verlangt. De zonen en dochters die jullie daar achtergelaten hebben, zullen vallen door het zwaard. Jullie zullen doen wat ik heb moeten doen:

Jullie mogen je baard niet bedekken, en niet eten van het brood dat de mensen jullie brengen. Wikkel een tulband om en doe je sandalen aan, rouw niet en treur niet. Jullie schuld wordt jullie ondergang, en jullie zullen bij elkaar je leed klagen. Zo zal Ezechiël voor jullie een teken zijn:

zoals hij heeft gedaan, zo moeten jullie doen. Als het onheil komt, zullen jullie beseffen dat Ik God, de HEER, ben.”’

‘Mensenkind, op de dag dat Ik hun vesting – hun stralende vreugde, hun liefste bezit, hun hartsverlangen – van hen wegneem, en ook hun zonen en dochters, op die dag zal er een overlevende bij je komen om je dat te berichten. Op die dag zal je mond geopend worden, je zult weer kunnen spreken en niet langer stom zijn. Zo zul je voor het volk een teken zijn, en zij zullen weten dat Ik de HEER ben.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 46:1-11 1

Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok

Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1

Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1

Ezechiël 32:16-24 2

Ezechiël 28:16-26 2

Ezechiël 32:25-32 3

Ezechiël 41:1-12 1

Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4

Ezechiël 46:12-24 2

Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2

Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1

Ezechiël 36:1-12 1

Ezechiël 32:1-15 1

Ezechiël 30:1-14 1

Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1

Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...

Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3

Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...

Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...

Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1

Ezechiël 27:20-36 2

Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3

Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1

Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok

Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2

Ezechiël 9:1-11 1

Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3

Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1

Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2

Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2

Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1

Ezechiël 39:15-29 2

Ezechiël 21:17-28 Het goddelijk zwaard 2

Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...

Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1

Ezechiël 4:11-17 2

Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4

Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...

Ezechiël 14:1-11 1

Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2

Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1

Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3

Ezechiël 11:14-25 2

Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2

Ezechiël 2:1-10

Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1

Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1

Ezechiël 5:1-9 1

Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2

Ezechiël 13:1-13 1

Ezechiël 39:1-14 1

Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...

Ezechiël 48:13-22 2

Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...

Ezechiël 11:1-13 1

Ezechiël 41:13-26 2

Ezechiël 10:13-22 2

Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1

Ezechiël 48:23-35 3

Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...

0Shares