Mensenkind, zeg tegen je volksgenoten:

“De rechtvaardigheid van een goed mens zal hem niet redden als hij een misdaad begaat, en de slechte daden van een slecht mens zullen hem niet ten val brengen als hij zich ervan afkeert. Een goed mens zal niet door zijn goede daden in leven blijven als hij een zonde begaat. Als Ik tegen hem zeg dat hij in leven zal blijven en hij, vertrouwend op zijn rechtvaardigheid, begaat onrecht, dan zullen al zijn goede daden niet meer tellen, maar zal hij sterven door het onrecht dat hij begaan heeft. En als Ik tegen een slecht mens zeg dat hij zal sterven, en hij verlaat de weg van de zonde, hij is Mij trouw en doet het goede –  hij geeft terug wat hij als onderpand heeft gekregen, hij vergoedt wat hij heeft gestolen, hij houdt zich aan de wetten die naar het leven leiden door geen onrecht meer te begaan -, dan zal hij leven en niet sterven. De zonden die hij begaan heeft zullen hem niet meer worden aangerekend; als hij Mij trouw is en het goede doet, zal hij leven!”  Je volksgenoten mogen dan zeggen:

“De weg van de Heer is onrechtvaardig,” maar het is hún weg die onrechtvaardig is! Als een goed mens zijn rechtvaardige weg verlaat en kwaad doet, zal hij daardoor sterven; als een slecht mens zijn slechte weg verlaat, Mij trouw is en het goede doet, dan zal hij daardoor leven. Jullie zeggen:

“De weg van de Heer is onrechtvaardig!” Volk van Israël, Ik zal ieder van jullie oordelen naar de weg die hij gaat!’

Ezechiël niet langer stom. 

Op de vijfde dag van de tiende maand van het twaalfde jaar van onze ballingschap kwam er een vluchteling uit Jeruzalem bij me die zei:

‘De stad is gevallen!’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 9:1-11 1
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 4:1-10 1
Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1
Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...
Ezechiël 36:13-25 2
Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 26:1-11 Profetie over Tyrus 1
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 36:26-38 3
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 46:1-11 1
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 48:23-35 3
Ezechiël 27:1-19 1
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 8:12-18 Visioen in de tempel van Jeruzale...
Ezechiël 8:1-11 Visioen in de tempel van Jeruzalem...
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 30:15-26 2
Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2
Ezechiël 31:12-18 2
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2
Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4
Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3
Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...
0Shares