Over Pelusium, de vesting die de grens van Egypte beschermt, zal Ik Mijn toorn uitstorten, en de bevolking van Thebe roei Ik uit. Ik zal Egypte aan de vlammen prijsgeven, Pelusium zal sidderen van angst, Thebe zal worden opengereten en Memfis wordt op klaarlichte dag door de vijand ingenomen. De jonge mannen van Heliopolis en Bubastis zullen vallen door het zwaard,  en de bevolking zal in ballingschap worden weggevoerd. In Dafne wordt het niet meer licht, want daar breek Ik het juk van Egypte, daar komt een einde aan zijn trotse kracht. Wolken zullen het land bedekken, en de bevolking zal in ballingschap gaan. Ik zal Egypte straffen, het zal weten dat Ik de HEER ben.”’

Op de zevende dag van de eerste maand in het elfde jaar richtte de HEER zich tot mij. Hij zei:

‘Mensenkind, Ik zal de arm van de farao, de koning van Egypte, breken. Niemand zal die arm verbinden om hem te laten genezen, niemand legt om die arm een verband waardoor hij weer sterk genoeg wordt om het zwaard te hanteren. Daarom, zegt God, de HEER:

Ik zal optreden tegen de farao, de koning van Egypte; Ik zal zijn armen breken, de gezonde en de gebroken arm, en Ik zal hem het zwaard uit handen slaan. Ik zal de Egyptenaren verdrijven naar verre landen en hen verspreiden onder vreemde volken. Ik zal de armen van de koning van Babylonië sterk maken en hem Mijn zwaard in handen geven, Ik zal de armen van de farao breken en hij zal voor de ogen van de koning kermen als een dodelijk gewonde man. De armen van de koning van Babylonië zal Ik sterk maken, en de armen van de farao zullen slap langs zijn lichaam hangen. Als Ik Mijn zwaard in de hand van de koning van Babylonië leg en hij het daarna uitstrekt tegen Egypte, zal iedereen weten dat Ik de HEER ben. Ik zal de Egyptenaren naar verre landen verdrijven en hen onder vreemde volken verspreiden – ze zullen weten dat Ik de HEER ben.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4

Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1

Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2

Ezechiël 16:28-40 Jeruzalems ontrouw 3

Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2

Ezechiël 5:10-17 2

Ezechiël 41:13-26 2

Ezechiël 11:14-25 2

Ezechiël 32:1-15 1

Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...

Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4

Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3

Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1

Ezechiël 13:1-13 1

Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...

Ezechiël 39:15-29 2

Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3

Ezechiël 28:1-15 1

Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok

Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2

Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3

Ezechiël 27:20-36 2

Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3

Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1

Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1

Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2

Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2

Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok

Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1

Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2

Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1

Ezechiël 31:12-18 2

Ezechiël 36:13-25 2

Ezechiël 5:1-9 1

Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2

Ezechiël 45:13-25 Verdeling van de grond 2

Ezechiël 39:1-14 1

Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...

Ezechiël 12:11-19 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...

Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1

Ezechiël 36:26-38 3

Ezechiël 46:12-24 2

Ezechiël 10:1-12 1

Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2

Ezechiël 48:23-35 3

Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2

Ezechiël 18:14-22 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 35:1-15 Profetie over het Seïrgebergte en...

Ezechiël 31:1-11 1

Ezechiël 6:11-14 Israël getroffen door het zwaard ...

Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2

Ezechiël 30:1-14 1

Ezechiël 4:11-17 2

Ezechiël 27:1-19 1

Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1

Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...

Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3

Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2

Ezechiël 2:1-10

Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2

Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 36:1-12 1

0Shares