Ze kwamen bij een olijfgaard die Getsemane heette, en Hij zei tegen Zijn leerlingen:
‘Blijven jullie hier zitten, terwijl Ik ga bidden.’ Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen:
‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’ Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan Hem voorbij mocht gaan. Hij zei:
‘Abba, Vader, voor U is alles mogelijk, neem deze beker van Mij weg. Maar laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt.’ Hij liep terug en zag dat Zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus:
‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur waken? Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen; de geest is wel gewillig, maar het lichaam is zwak.’ Weer ging Hij weg om te bidden, met dezelfde woorden als daarvoor. Toen Hij weer terugkwam, lagen ze opnieuw te slapen, want hun ogen vielen steeds dicht, en ze wisten niet wat ze Hem moesten antwoorden. Toen Hij voor de derde maal terugkwam, zei Hij tegen hen:
‘Liggen jullie daar nog steeds te slapen en te rusten? Het is zover:
het ogenblik is gekomen waarop de Mensenzoon wordt uitgeleverd aan de zondaars. Sta op, laten we gaan; kijk, hij die me uitlevert, is al vlakbij.’