Schreeuw het uit, mensenkind, en sla je op je heup, want het zwaard treft Mijn volk, het verwondt Israëls vorsten, Mijn volk wordt door het zwaard geveld. Het volk wordt beproefd, en wat als ook de staf die al het hout veracht er niet meer is? – zo spreekt God, de HEER.

Mensenkind, profeteer, sla je handen op elkaar, en laat het zwaard tweemaal, driemaal zijn werk doen. Het is een zwaard dat klieft, dat velen doorboort, dat diep in hen doordringt. De schrik slaat hun om het hart, velen struikelen en vallen! Het zwaard stuur Ik af op hun steden, verwoestend doet het zijn werk. Ja, het is gemaakt om te bliksemen het is gewet om te slachten. Doe een uitval naar rechts, val aan naar links, waarheen je maar gestuurd wordt! Ook ik sla Mijn handen op elkaar, Ik zal Mijn woede koelen. Ik, de HEER, heb gesproken.’

De HEER richtte zich opnieuw tot mij:

‘Mensenkind, teken twee wegen waarlangs het zwaard van de koning van Babylonië kan gaan. Beide wegen komen uit hetzelfde land. Maak aan het begin van de twee wegen, die beide naar een stad leiden, een open plek. Langs de ene weg gaat het zwaard naar Rabba in Ammon, langs de andere naar het versterkte Jeruzalem in Juda. Op de splitsing van de weg, aan het begin van de twee wegen, staat de koning van Babylonië, en hij vraagt om een teken. Hij schudt de pijlen, hij raadpleegt zijn godenbeeldjes, hij bekijkt de lever. Rechts ligt het lot van Jeruzalem. Hij zal de stad met stormrammen aanvallen, hij zal zijn mond openen in een strijdkreet, hij zal zijn stem in krijgsgeschreeuw verheffen. Hij laat de stormrammen tegen de poorten beuken, hij maakt een bestormingsdam, hij werpt een belegeringswal op. De Judeeërs zullen denken dat dit een valse voorspelling is, ze hebben immers eden van trouw gezworen! Maar hun schuld komt aan het licht, ze zullen gegrepen worden.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2
Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1
Ezechiël 28:16-26 2
Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 38:1-12 Gogs leger vernietigd 1
Ezechiël 32:16-24 2
Ezechiël 47:13-23 De grenzen van het land 2
Ezechiël 13:1-13 1
Ezechiël 6:1-10 Israël getroffen door het zwaard 1
Ezechiël 5:1-9 1
Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2
Ezechiël 14:12-23 Het lot van Jeruzalem 2
Ezechiël 24:1-14 De kookpot 1
Ezechiël 48:13-22 2
Ezechiël 40:1-12 De nieuwe tempel 1
Ezechiël 31:1-11 1
Ezechiël 23:1-16 Ohola en Oholiba 1
Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 16:14-27 Jeruzalems ontrouw 2
Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1
Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2
Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1
Ezechiël 28:1-15 1
Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...
Ezechiël 5:10-17 2
Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4
Ezechiël 38:13-23 Gogs leger vernietigd 2
Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1
Ezechiël 32:1-15 1
Ezechiël 11:14-25 2
Ezechiël 32:25-32 3
Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3
Ezechiël 14:1-11 1
Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 41:13-26 2
Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...
Ezechiël 36:1-12 1
Ezechiël 39:1-14 1
Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...
Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3
Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3
Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1
Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2
Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2
Ezechiël 13:14-23 2
Ezechiël 30:1-14 1
Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...
Ezechiël 3:1-17 1
Ezechiël 40:13-26 De nieuwe tempel 2
Ezechiël 2:1-10
Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2
Ezechiël 21:29-37 Het goddelijk zwaard 3
Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1
Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4
Ezechiël 48:1-12 1
Ezechiël 34:21-31 De slechte herders en de goede h...
Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1
Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1
Ezechiël 4:11-17 2
Ezechiël 27:20-36 2
Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1
Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1
Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4
Ezechiël 11:1-13 1
Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...
Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2
Ezechiël 26:12-21 Profetie over Tyrus 2
Ezechiël 3:18-27 2
Ezechiël 7:14-27 Het einde komt 2
Ezechiël 36:26-38 3
0Shares