Je rijkdommen worden geroofd, je handelswaren geplunderd, je muren neergehaald en je kostbare huizen afgebroken. Alle stenen, al het houtwerk en alle puin verdwijnen in zee. Je gezang zal Ik doen verstommen, niemand zal de klank van je lieren nog horen. Ik maak een kale rots van je, een droogplaats voor netten, je zult nooit meer worden herbouwd. Ik, de HEER, heb gesproken – zo spreekt God, de HEER.

Ook dit zegt God, de HEER, tegen Tyrus:

De kusten en de eilanden zullen beven bij het geluid van je val, bij het gekerm van de gewonden, als er binnen je muren een slachting wordt aangericht. Alle vorsten van de zee zullen van hun troon afdalen, hun mantels afleggen en hun kleurige gewaden uittrekken, gehuld in het kleed van de angst zullen ze op de grond gaan zitten, onophoudelijk bevend, verbijsterd over je val. Ze zullen dit klaaglied over je zingen:

“Ach, hoe ben je te gronde gegaan! Jij, eens vanuit de zeeën bevolkt, roemrijke stad, burcht in de zee, jij en je bewoners zaaiden overal angst. Nu beven de kusten, op de dag van je val, ontzet zijn de eilanden in de zee over je ondergang.”

Dit zegt God, de HEER:

Wanneer Ik jou tot een stad van ruïnes maak, een stad zonder bewoners, wanneer Ik de oervloed op je af laat komen en de machtige wateren je overspoelen, dan zal Ik je doen afdalen naar hen die je zijn voorgegaan, naar het volk van weleer. Daar zul je wonen, in het land van de diepten, bij hen die zijn afgedaald in de afgrond, in de eeuwige ruïnes. Je zult niet langer in het land van de levenden wonen, daar zul je geen plek meer hebben. Ik zal je tot een schrikbeeld maken, je zult er niet meer zijn. Je wordt gezocht, maar nooit meer word je gevonden – zo spreekt God, de HEER.’

Loading

Lees ook deze Berichten:

Ezechiël 33:1-11 Ieder mens naar zijn daden beoord...

Ezechiël 7:1-13 Het einde komt 1

Ezechiël 3:18-27 2

Ezechiël 16:1-13 Jeruzalems ontrouw 1

Ezechiël 43:21-27 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 47:1-12 De rivier uit de tempel 1

Ezechiël 44:20-31 Toegang tot de tempel 3

Ezechiël 33:12-21 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 37:15-28 Eén God, één volk, één herder 2

Ezechiël 29:13-21 Profetie tegen Egypte 2

Ezechiël 36:13-25 2

Ezechiël 17:15-24 De adelaars en de wijnstok 2

Ezechiël 23:45-49 Ohola en Oholiba 4

Ezechiël 20:13-25 Israël opstandig en ontrouw 2

Ezechiël 9:1-11 1

Ezechiël 31:1-11 1

Ezechiël 23:31-44 Ohola en Oholiba 3

Ezechiël 42:1-11 De ruimten voor de priesters 1

Ezechiël 25:10-17 Profetie tegen de volken die Isr...

Ezechiël 48:13-22 2

Ezechiël 42:12-20 De ruimten voor de priesters 2

Ezechiël 12:20-28 Een teken voor het opstandige vo...

Ezechiël 24:15-27 Een plotselinge slag 2

Ezechiël 5:1-9 1

Ezechiël 32:25-32 3

Ezechiël 12:1-10 Een teken voor het opstandige vol...

Ezechiël 13:1-13 1

Ezechiël 37:1-14 Een dal vol beenderen 1

Ezechiël 29:1-12 Profetie tegen Egypte 1

Ezechiël 44:1-10 Toegang tot de tempel 1

Ezechiël 33:22-33 Ieder mens naar zijn daden beoor...

Ezechiël 31:12-18 2

Ezechiël 18:23-32 Wie rechtvaardig handelt, zal le...

Ezechiël 39:1-14 1

Ezechiël 40:40-49 De nieuwe tempel 4

Ezechiël 4:11-17 2

Ezechiël 40:27-39 De nieuwe tempel 3

Ezechiël 22:18-31 Oordeel over Jeruzalem 2

Ezechiël 16:41-51 Jeruzalems ontrouw 4

Ezechiël 30:1-14 1

Ezechiël 32:16-24 2

Ezechiël 36:26-38 3

Ezechiël 3:1-17 1

Ezechiël 15:1-8 Het hout van de wijnstok

Ezechiël 43:12-20 De verschijning van de HEER keer...

Ezechiël 18:1-13 Wie rechtvaardig handelt, zal lev...

Ezechiël 20:1-12 Israël opstandig en ontrouw 1

Ezechiël 1:1-14 Ezechiël geroepen 1

Ezechiël 46:12-24 2

Ezechiël 43:1-11 De verschijning van de HEER keert...

Ezechiël 34:11-20 De slechte herders en de goede h...

Ezechiël 17:1-14 De adelaars en de wijnstok 1

Ezechiël 19:1-14 De leeuwin en de wijnstok

Ezechiël 27:1-19 1

Ezechiël 45:1-12 Verdeling van de grond 1

Ezechiël 11:14-25 2

Ezechiël 34:1-10 De slechte herders en de goede he...

Ezechiël 25:1-9 Profetie tegen de volken die Israë...

Ezechiël 22:1-17 Oordeel over Jeruzalem 1

Ezechiël 44:11-19 Toegang tot de tempel 2

Ezechiël 10:1-12 1

Ezechiël 20:26-36 Israël opstandig en ontrouw 3

Ezechiël 28:16-26 2

Ezechiël 1:15-28 Ezechiël geroepen 2

Ezechiël 14:1-11 1

Ezechiël 20:37-44 Israël opstandig en ontrouw 4

Ezechiël 21:1-16 Het goddelijk zwaard 1

Ezechiël 41:13-26 2

Ezechiël 23:17-30 Ohola en Oholiba 2

Ezechiël 39:15-29 2

0Shares