Een onbetrouwbare bode brengt onheil teweeg, een betrouwbare boodschapper redt.
Wie zich niet laat terechtwijzen, wachten armoede en schande, wie berispingen aanvaardt, wordt geëerd.
Vervuld verlangen is een groot genot, een dwaas gruwt als hij zich niet inlaat met het kwaad.
Wie met wijzen omgaat, wordt zelf wijs, wie met dwazen verkeert, is er ellendig aan toe.
Zondaars treft ellende, rechtvaardigen wacht een beloning.
Een goed mens laat ook een kleinkind een erfdeel na, een zondaar vergaart bezit voor een rechtvaardige.
Het pas ontgonnen land schenkt arme mensen overvloed, onrecht rukt het van hen weg.
Wie zijn zoon de stok onthoudt, haat hem, wie hem liefheeft, tuchtigt hem.
Wanneer een rechtvaardige eet, wordt hij verzadigd, een goddeloze houdt een hongerige maag.