Spreuken 17:1-16 1

Beter een stuk droog brood en vrede dan een huis vol met voedsel en ruzie. Een verstandige slaaf verdrijft een onwaardige zoon, hij deelt samen met de broers in de erfenis. De smeltkroes toetst het zilver, de oven toetst het goud, de HEER toetst het hart. Een boosdoener is gespitst op kwaadaardige woorden, een bedrieger luistert graag naar verderfelijke taal. Wie een verschoppeling bespot, beledigt zijn schepper, wie zich over iemands ongeluk verheugt, blijft niet ongestraft.

0Shares
Lees meer ...

Spreuken 17:17-28 2

Een vriend is je altijd toegedaan, je broer is geboren om te helpen in tijden van nood. Wie al te makkelijk een handslag geeft, wie zomaar borg staat voor een ander, ontbreekt het aan verstand. Wie van ruzie houdt, doet een ander graag geweld aan, wie een grote mond opzet, zoekt zijn eigen ondergang. Wie onbetrouwbaar is, vindt geen geluk, wie een valse tong heeft, stort zichzelf in het verderf.

0Shares
Lees meer ...